Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal abolishing

Vertaal abolishing van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abolishing:
  2. abolish:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor abolishing (Engels) in het Nederlands

abolishing:

abolishing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the abolishing (discontinuance; cancelation; liquidation; removal; close out)
    de afschaffing; de opheffing

Vertaal Matrix voor abolishing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschaffing abolishing; cancelation; close out; discontinuance; liquidation; removal temperance; total abstinence
opheffing abolishing; cancelation; close out; discontinuance; liquidation; removal lifting up; raising; removal

Verwante woorden van "abolishing":


abolish:

to abolish werkwoord (abolishes, abolished, abolishing)

  1. to abolish (cancel; nullify; annul; undo)
    opheffen; teniet doen; verijdelen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • teniet doen werkwoord
    • verijdelen werkwoord (verijdel, verijdelt, verijdelde, verijdelden, verijdeld)
    • nullificeren werkwoord
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • ondervangen werkwoord (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
  2. to abolish (dissolve; disband; shut down; break up)
    opheffen; opdoeken
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • opdoeken werkwoord (doek op, doekt op, doekte op, doekten op, opgedoekt)

Conjugations for abolish:

present
  1. abolish
  2. abolish
  3. abolishes
  4. abolish
  5. abolish
  6. abolish
simple past
  1. abolished
  2. abolished
  3. abolished
  4. abolished
  5. abolished
  6. abolished
present perfect
  1. have abolished
  2. have abolished
  3. has abolished
  4. have abolished
  5. have abolished
  6. have abolished
past continuous
  1. was abolishing
  2. were abolishing
  3. was abolishing
  4. were abolishing
  5. were abolishing
  6. were abolishing
future
  1. shall abolish
  2. will abolish
  3. will abolish
  4. shall abolish
  5. will abolish
  6. will abolish
continuous present
  1. am abolishing
  2. are abolishing
  3. is abolishing
  4. are abolishing
  5. are abolishing
  6. are abolishing
subjunctive
  1. be abolished
  2. be abolished
  3. be abolished
  4. be abolished
  5. be abolished
  6. be abolished
diverse
  1. abolish!
  2. let's abolish!
  5. abolished
  6. abolishing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor abolish:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opheffen lifting; removal; revoking; withdrawal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nullificeren abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick
ondervangen abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; catch on the way; intercept; meet with objections; neutralise; neutralize; receive; undo; unhitch; unpick
opdoeken abolish; break up; disband; dissolve; shut down
opheffen abolish; annul; break up; cancel; disband; dissolve; nullify; shut down; undo adjourn; break down; cancel; dissolve; heave; lift; lift up; melt away; neutralise; neutralize; raise; sever; undo; unhitch; unpick
teniet doen abolish; annul; cancel; nullify; undo cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick
verijdelen abolish; annul; cancel; nullify; undo cause failure; counteract; frustrate; hamper; hinder; obstruct; sabotage; thwart
vernietigen abolish; annul; cancel; nullify; undo annul; cancel; convert into scrap; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; neutralise; neutralize; nullify; ruin; scrap; undo; unhitch; unpick; wear out; work to death; wreck
- get rid of

Verwante woorden van "abolish":


Synoniemen voor "abolish":


Antoniemen van "abolish":


Verwante definities voor "abolish":

  1. do away with1
    • Slavery was abolished in the mid-19th century in America and in Russia1

Wiktionary: abolish

abolish
verb
  1. to destroy
  2. to end a law
Cross Translation:
FromToVia
• abolish → afschaffen ↔ abolir — mettre hors d’usage, réduire à néant.
• abolish → afschaffen; afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen; afzeggen ↔ annuler — rendre nul.
• abolish → afgelasten; annuleren; ontbinden; tenietdoen; terugnemen; afwikkelen; liquideren; opheffen; solveren; doorhalen; doorstrepen; een streep halen door; schrappen; afschaffen; elimineren; opdoeken; uitmaken; verwijderen; wegdoen; uitroeien; verdelgen ↔ supprimer — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0319 seconde
Page rendered in 1.0 seconds