Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- temper:
- temp:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- temperen:
-
Wiktionary:
- temperen → moderate, alleviate, smother
- temperen → put to sleep, harden, temper, season, steel, toughen, mix, blend, mingle, shuffle, slow down, moderate, abate, alleviate, decelerate, return, turn over, turn around, turn round, inside out, turn, revolve, whirl, relay, resend, send back, invert, reverse
Engels
Uitgebreide vertaling voor temper (Engels) in het Nederlands
temper:
-
the temper (mood; humour; state of mind; humor)
-
the temper (frame of mind; mood; humour; humor)
-
the temper (tantrum; fit)
-
the temper (temperament; liveliness; vivacity; disposition; proclivity; nature; rush; excitement; inclination)
Vertaal Matrix voor temper:
Verwante woorden van "temper":
Synoniemen voor "temper":
Verwante definities voor "temper":
Wiktionary: temper
temper vorm van temp:
-
the temp (temporary employee; temporary worker; temporary helper)
Vertaal Matrix voor temp:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uitzendkracht | temp; temporary employee; temporary helper; temporary worker | |
- | temporary; temporary worker |
Verwante woorden van "temp":
Synoniemen voor "temp":
Verwante definities voor "temp":
Verwante vertalingen van temper
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor temper (Nederlands) in het Engels
temperen:
-
temperen
-
temperen (zich matigen; dempen; matigen)
Conjugations for temperen:
o.t.t.
- temper
- tempert
- tempert
- temperen
- temperen
- temperen
o.v.t.
- temperde
- temperde
- temperde
- temperden
- temperden
- temperden
v.t.t.
- heb getemperd
- hebt getemperd
- heeft getemperd
- hebben getemperd
- hebben getemperd
- hebben getemperd
v.v.t.
- had getemperd
- had getemperd
- had getemperd
- hadden getemperd
- hadden getemperd
- hadden getemperd
o.t.t.t.
- zal temperen
- zult temperen
- zal temperen
- zullen temperen
- zullen temperen
- zullen temperen
o.v.t.t.
- zou temperen
- zou temperen
- zou temperen
- zouden temperen
- zouden temperen
- zouden temperen
en verder
- ben getemperd
- bent getemperd
- is getemperd
- zijn getemperd
- zijn getemperd
- zijn getemperd
diversen
- temper!
- tempert!
- getemperd
- temperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor temperen:
Wiktionary: temperen
temperen
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• temperen | → put to sleep | ↔ assoupir — endormir à demi. |
• temperen | → harden; temper; season; steel; toughen | ↔ durcir — Durcir |
• temperen | → mix; blend; mingle; shuffle | ↔ mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout |
• temperen | → slow down; moderate; abate; alleviate; decelerate | ↔ ralentir — transitif|fr diminuer la vitesse. |
• temperen | → return; turn over; turn around; turn round; inside out; turn; revolve; whirl; relay; resend; send back; blend; mingle; mix; shuffle; invert; reverse | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |