Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stuttering:
  2. stutter:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor stuttering (Engels) in het Nederlands

stuttering:

stuttering bijvoeglijk naamwoord

  1. stuttering
    hakkelend; stotterig; hakkelig

Vertaal Matrix voor stuttering:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hakkelig stuttering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hakkelend stuttering
stotterig stuttering

Verwante woorden van "stuttering":


Verwante definities voor "stuttering":

  1. As the client renders the stream, the disruption of flow by either repetitions and/or prolongations of video, or by short pauses.1

Wiktionary: stuttering


Cross Translation:
FromToVia
stuttering stotteren bégaiementaction de bégayer.

stuttering vorm van stutter:

to stutter werkwoord (stutters, stuttered, stuttering)

  1. to stutter (stammer; falter)
    stotteren; haperen; hakkelen; stamelen
    • stotteren werkwoord (stotter, stottert, stotterde, stotterden, gestotterd)
    • haperen werkwoord (haper, hapert, haperde, haperden, gehaperd)
    • hakkelen werkwoord (hakkel, hakkelt, hakkelde, hakkelden, gehakkeld)
    • stamelen werkwoord (stamel, stamelt, stamelde, stamelden, gestameld)

Conjugations for stutter:

present
  1. stutter
  2. stutter
  3. stutters
  4. stutter
  5. stutter
  6. stutter
simple past
  1. stuttered
  2. stuttered
  3. stuttered
  4. stuttered
  5. stuttered
  6. stuttered
present perfect
  1. have stuttered
  2. have stuttered
  3. has stuttered
  4. have stuttered
  5. have stuttered
  6. have stuttered
past continuous
  1. was stuttering
  2. were stuttering
  3. was stuttering
  4. were stuttering
  5. were stuttering
  6. were stuttering
future
  1. shall stutter
  2. will stutter
  3. will stutter
  4. shall stutter
  5. will stutter
  6. will stutter
continuous present
  1. am stuttering
  2. are stuttering
  3. is stuttering
  4. are stuttering
  5. are stuttering
  6. are stuttering
subjunctive
  1. be stuttered
  2. be stuttered
  3. be stuttered
  4. be stuttered
  5. be stuttered
  6. be stuttered
diverse
  1. stutter!
  2. let's stutter!
  3. stuttered
  4. stuttering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor stutter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haperen sticking fast
- stammer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hakkelen falter; stammer; stutter
haperen falter; stammer; stutter falter; stagnate; stay put; stick; stop; waver
stamelen falter; stammer; stutter
stotteren falter; stammer; stutter
- bumble; falter; stammer

Verwante woorden van "stutter":


Synoniemen voor "stutter":


Verwante definities voor "stutter":

  1. a speech disorder involving hesitations and involuntary repetitions of certain sounds2
  2. speak haltingly2

Wiktionary: stutter

stutter
verb
  1. to speak with spasmodic repetition
noun
  1. speech disorder

Cross Translation:
FromToVia
stutter stotteren; hakkelen stotternMedizin, Psychiatrie: sprechen mit krankhaftem häufigen Wiederholen von Lauten, Silben, Wörtern
stutter hakkelen; stamelen; stotteren bafouiller — (familier, fr) S’exprimer d’une façon confuse, incohérente, embarrasser.
stutter stamelen; stotteren balbutier — S’exprimer ou prononcer difficilement, ânonner, hésiter.
stutter hakkelen; stamelen; stotteren bégayerarticuler mal les mots, les prononcer en hésiter et en répéter la même syllabe avant de prononcer celle qui suivre.

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stuttering (Nederlands) in het Engels

stuttering: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Computer vertaling door derden: