Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- strain:
-
Wiktionary:
- strain → overstrekken, forceren, aantrekken, aanspannen, scheiden, afscheiden, zeven
- strain → verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen, nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, filteren, filtreren, zijgen, bedroeven, beproeven, pogen, streven, zich inspannen, dringen, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, bijschuiven, insluiten, opsluiten, wegbergen, wegsluiten, bergen, opbergen, aaneensluiten, binden, verdichten, zeven, ziften, toon, overeenstemming, samenklank, intonatie, toonaard, toonsoort, timbre, toonkleur
Engels
Uitgebreide vertaling voor strain (Engels) in het Nederlands
strain:
Conjugations for strain:
present
- strain
- strain
- strains
- strain
- strain
- strain
simple past
- strained
- strained
- strained
- strained
- strained
- strained
present perfect
- have strained
- have strained
- has strained
- have strained
- have strained
- have strained
past continuous
- was straining
- were straining
- was straining
- were straining
- were straining
- were straining
future
- shall strain
- will strain
- will strain
- shall strain
- will strain
- will strain
continuous present
- am straining
- are straining
- is straining
- are straining
- are straining
- are straining
subjunctive
- be strained
- be strained
- be strained
- be strained
- be strained
- be strained
diverse
- strain!
- let's strain!
- strained
- straining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor strain:
Verwante woorden van "strain":
Synoniemen voor "strain":
Antoniemen van "strain":
Verwante definities voor "strain":
Wiktionary: strain
strain
Cross Translation:
verb
-
to stretch too far
- strain → overstrekken
-
to apply a force
- strain → forceren
-
to tighten the strings
- strain → aantrekken; aanspannen
-
to separate
- strain → scheiden; afscheiden; zeven
Cross Translation: