Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- secure:
-
Wiktionary:
- secure → vastzetten
- secure → haken, enteren, aanhaken, vasthaken, afnemen, kopen, aankopen, inkopen, aanschaffen, overnemen, buitmaken, behalen, verkrijgen, verwerven, bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen, definiëren, omschrijven, aanbrengen, werven, aanwerven, verdienen, winnen, deelachtig worden, krijgen, safe, veilig, zeker, goedaardig, ongevaarlijk, behouden, geborgen, betrouwbaar, vertrouwd, bona fide, gewis, stellig, vast, vaststaand, verzekerd, wis
-
Gebruikers suggesties voor secure:
- veilig stellen, veiligstellen
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- secuur:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor secure (Engels) in het Nederlands
secure:
-
secure (safe; without risk; without danger)
-
to secure (tie up; fasten)
-
to secure (equip with an alarm system; safeguard; protect; guard)
-
to secure
-
to secure (seize; take possession of; get hold of something; lay one's hands on)
verkrijgen; verwerven; iets bemachtigen; kopen; eigen maken-
iets bemachtigen werkwoord
-
eigen maken werkwoord
-
to secure (attach to; affix; attach; fasten; connect)
-
to secure (store; stock; put up; lay up)
-
to secure (confirm; attach; fasten; connect)
vastmaken; aan elkaar bevestigen-
aan elkaar bevestigen werkwoord (bevestig aan elkaar, bevestigt aan elkaar, bevestigde aan elkaar, bevestigden aan elkaar, aan elkaar bevestigd)
Conjugations for secure:
present
- secure
- secure
- secures
- secure
- secure
- secure
simple past
- secured
- secured
- secured
- secured
- secured
- secured
present perfect
- have secured
- have secured
- has secured
- have secured
- have secured
- have secured
past continuous
- was securing
- were securing
- was securing
- were securing
- were securing
- were securing
future
- shall secure
- will secure
- will secure
- shall secure
- will secure
- will secure
continuous present
- am securing
- are securing
- is securing
- are securing
- are securing
- are securing
subjunctive
- be secured
- be secured
- be secured
- be secured
- be secured
- be secured
diverse
- secure!
- let's secure!
- secured
- securing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor secure:
Verwante woorden van "secure":
Synoniemen voor "secure":
Antoniemen van "secure":
Verwante definities voor "secure":
Wiktionary: secure
secure
Cross Translation:
Cross Translation:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor secure (Nederlands) in het Engels
secuur:
-
secuur (nauwkeurig; accuraat; precies; nauwgezet; nauwlettend)
conscientious; accurate; accurately; meticulous; precise; exact-
conscientious bijvoeglijk naamwoord
-
accurate bijvoeglijk naamwoord
-
accurately bijwoord
-
meticulous bijvoeglijk naamwoord
-
precise bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
-
secuur (accuraat; zorgvuldig; precies; stipt; net)
-
secuur (nauwgezet; gedetailleerd; nauwkeurig; precies; minutieus; zorgvuldig; accuraat)
precise; detailed; meticulous; accurately; precisely; stringent; exhaustive; accurate; scrupulous; in detail; careful; exact; painstaking-
precise bijvoeglijk naamwoord
-
detailed bijvoeglijk naamwoord
-
meticulous bijvoeglijk naamwoord
-
accurately bijwoord
-
precisely bijwoord
-
stringent bijvoeglijk naamwoord
-
exhaustive bijvoeglijk naamwoord
-
accurate bijvoeglijk naamwoord
-
scrupulous bijvoeglijk naamwoord
-
in detail bijwoord
-
careful bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
painstaking bijvoeglijk naamwoord
-