Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reality:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor reality (Engels) in het Nederlands

reality:

reality [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reality (certainty)
    de werkelijkheid; de realiteit
  2. the reality
    de wezenlijkheid

Vertaal Matrix voor reality:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
realiteit certainty; reality
werkelijkheid certainty; reality
wezenlijkheid reality
- realism; realness; world
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- actuality; fact; substance; substantiality

Verwante woorden van "reality":

  • unreality

Synoniemen voor "reality":


Antoniemen van "reality":

  • unreality

Verwante definities voor "reality":

  1. the quality possessed by something that is real1
  2. all of your experiences that determine how things appear to you1
    • for them demons were as much a part of reality as trees were1
  3. the state of being actual or real1
    • the reality of his situation slowly dawned on him1
  4. the state of the world as it really is rather than as you might want it to be1

Wiktionary: reality

reality
noun
  1. state of being actual or real
  2. a real entity, event etc.
  3. entirety of all that is real
  4. an individual observer's subjective perception
reality
noun
  1. werkelijkheid
  2. de omstandigheden zoals deze daadwerkelijk bestaan

Cross Translation:
FromToVia
reality werkelijkheid WirklichkeitPlural selten: die auf Tatsachen beruhende äußere Welt
reality realiteit; werkelijkheid; wezenheid; wezenlijkheid réalitéexistence effectif.

Verwante vertalingen van reality