Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: plush

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: plush

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

plush:
- pluche; pluis; pluisje
- pluche
Wiktionary:
- plush → pluche
- plush → pluche, knuffel

Engels

Uitgebreide vertaling voor plush (Engels) in het Nederlands

plush:

plush [the ~] zelfstandig naamwoord

the plush
de pluche; de pluis
- pluche [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pluis [de ~] zelfstandig naamwoord
the plush (fluff)
het pluisje
- pluisje [het ~] zelfstandig naamwoord

plush bijvoeglijk naamwoord

plush
pluche
- pluche bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor plush:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pluche	plush
pluis	plush
pluisje	fluff; plush
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	lavish; lucullan; lush; plushy
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pluche	plush

Verwante woorden van "plush":

plushness, plusher, plushest, plushly

Synoniemen voor "plush":

lavish; lucullan; lush; plushy; rich
fabric; cloth; material; textile

Verwante definities voor "plush":

characterized by extravagance and profusion¹
a fabric with a nap that is longer and softer than velvet¹

Wiktionary: plush

plush

noun

A textile fabric
- plush → pluche

Cross Translation:

From	To	Via
• plush	→ pluche; knuffel	↔ peluche — text\|fr étoffe de laine, de soie, de fil, analogue au velours, mais dont le poil est long, couché et brillant.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University