Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: peak

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: peak

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. peak:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor peak (Engels) in het Nederlands

peak:

peak [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the peak (summit; mountain top; pinnacle; top)
    de top; de bergtop; de piek
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bergtop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the peak (climax; zenith; pinnacle; summit)
    het hoogtepunt; het zenit; het toppunt; de piek; de top
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the peak (climax; highest point; culmination; )
    het hoogtepunt; de climax
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • climax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the peak (apex; tip; top; )
    de top; hoogst haalbare
  5. the peak (spike; top)
    de piek; hoogste punt; de top
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hoogste punt [znw.] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. the peak (crest; crown; top)
    hoogste punt; de kruin; de top
    • hoogste punt [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kruin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. the peak (mountain top; crest)
    bergspits
  8. the peak (tor)
    de rotspunt
    • rotspunt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. the peak (point; tip)
    – a V shape 1
    de punt
    • punt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

peak bijvoeglijk naamwoord

  1. peak (uppermost; highest)
    voornaamst; hoogste; opperste

Vertaal Matrix voor peak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergspits crest; mountain top; peak
bergtop mountain top; peak; pinnacle; summit; top
climax climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith
hoogst haalbare apex; crest; mountain top; peak; pinnacle; summit; tip; top; vertex
hoogste highest degree
hoogste punt crest; crown; peak; spike; top
hoogtepunt climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith apex; climax; culminating point; summit; top
kruin crest; crown; peak; top
piek climax; mountain top; peak; pinnacle; spike; summit; top; zenith Christmas decoration; Dutch florin; apex; climax; culminating point; guilder; summit; top
punt peak; point; tip case; dot; grade; grading mark; issue; mark; point; question
rotspunt peak; tor
top apex; climax; crest; crown; mountain top; peak; pinnacle; spike; summit; tip; top; vertex; zenith apex; climax; crest; culminating point; ridge; roof-ridge; summit; summmit; top
toppunt climax; peak; pinnacle; summit; zenith apex; climax; culminating point; summit; top
zenit climax; peak; pinnacle; summit; zenith zenith
- acme; apex; bill; bloom; blossom; crest; crown; efflorescence; extremum; eyeshade; flower; flush; heyday; prime; summit; tip; top; vertex; visor; vizor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- top out
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
punt point
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoogste highest; peak; uppermost
opperste highest; peak; uppermost topmost; uppermost
top exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops
voornaamst highest; peak; uppermost cardinal; chief; principal

Verwante woorden van "peak":

  • peaked, peaks

Synoniemen voor "peak":


Antoniemen van "peak":

  • off-peak

Verwante definities voor "peak":

  1. a brim that projects to the front to shade the eyes1
  2. the top or extreme point of something (usually a mountain or hill)1
    • the view from the peak was magnificent1
  3. the highest point (of something)1
    • at the peak of the pyramid1
  4. the most extreme possible amount or value1
    • voltage peak1
  5. a V shape1
  6. the period of greatest prosperity or productivity1
  7. to reach the highest point; attain maximum intensity, activity1
    • That wild, speculative spirit peaked in 19291

Wiktionary: peak

peak
noun
  1. mountain top
peak
noun
  1. het voorste deel van een voorwerp
Cross Translation:
FromToVia
• peak → top ↔ Gipfel — die höchste Stelle eines Berges oder eines Gebirgszuges
• peak → topper ↔ Spitze — übertragen: Höhepunkt
• peak → top ↔ Spitze — der hoch Punkt eines Berges
• peak → punt; spits ↔ Spitze — der oberste, schmal zulaufende Teil eines Gegenstandes oder einer Formation
• peak → piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; besluit; eind; einde; voleinding; beëindiging; end ↔ bout — partie extrême d’une chose.
• peak → piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; hoogtepunt; toppunt ↔ cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.
• peak → specht ↔ pic — ornithol|nocat oiseau grimpeur se nourrissant de larves qu’il va chercher dans l’écorce en la frapper par des coups de bec répétés et creusant son nid dans un tronc d'arbre.
• peak → piek; topje; neus; punt; hoogtepunt; spits; tip; top ↔ pointe — extrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être.
• peak → piek; uitkijkpost ↔ promontoire — cap, pointe de terre élever qui s’avancer dans la mer.

Verwante vertalingen van peak







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0467 seconde
Page rendered in 1.0 seconds