Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. omnipotence:
  2. Omnipotence:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor omnipotence (Engels) in het Nederlands

omnipotence:

omnipotence [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the omnipotence
    de almacht
    • almacht [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor omnipotence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
almacht omnipotence

Synoniemen voor "omnipotence":


Verwante definities voor "omnipotence":

  1. the state of being omnipotent; having unlimited power1

Wiktionary: omnipotence

omnipotence
noun
  1. unlimited power
omnipotence
noun
  1. absolute macht, macht over alles

Cross Translation:
FromToVia
omnipotence almacht omnipotencetoute-puissance.

Omnipotence:

Omnipotence [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Omnipotence (God; supreme being; Lord of Heaven; Heavenly Father; Creator)
    de God; de Almachtige; het opperwezen; de Schepper; de heer
    • God [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • Almachtige [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opperwezen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • Schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Omnipotence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Almachtige Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being
God Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being God; Lord; Yahweh
Schepper Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being
heer Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being gent; king; lord; master; mister; ruler
opperwezen Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being