Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
odd:
- verschillend; anders; afwijkend; anderszins; oneven; zeldzaam; uitzonderlijk; raar; zelden; schaars; uniek; ongewoon; ongemeen; merkwaardig; vreemd; curieus; excentriek; bijzonder; apart; typisch; buitenissig; bizar; zonderling; eigenaardig; gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift; dwaas; mal; uitheems; vreemdsoortig
-
Wiktionary:
- odd → overblijvend, resterend, onregelmatig, bij benadering, ongeveer, zeldzaam, uitzonderlijk, oneven, onpaar, raar, merkwaardig, vreemd, zonderling
- odd → eigenaardig, vreemd, gek, kolderiek, lachwekkend, oneven, raar, vreemdsoortig, wonderlijk, curieus, typisch, bijzonder, buitengewoon, bizar
Engels
Uitgebreide vertaling voor odd (Engels) in het Nederlands
odd:
-
odd (different)
verschillend; anders; afwijkend; anderszins-
verschillend bijvoeglijk naamwoord
-
anders bijvoeglijk naamwoord
-
afwijkend bijvoeglijk naamwoord
-
anderszins bijwoord
-
-
odd
-
odd (rare; strange; extraordinary; prodigious; seldom; rarely; uncommon; phenomenal; unique; funny; hardly ever; little)
-
odd (strange; atypical)
merkwaardig; vreemd; curieus-
merkwaardig bijvoeglijk naamwoord
-
vreemd bijvoeglijk naamwoord
-
curieus bijvoeglijk naamwoord
-
-
odd (eccentric; idiosyncratic; peculiar; unusual; exceptional; bizarre; noteworthy; curious; freak; different)
excentriek; bijzonder; vreemd; apart; merkwaardig; typisch; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; zonderling; eigenaardig-
excentriek bijvoeglijk naamwoord
-
bijzonder bijvoeglijk naamwoord
-
vreemd bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
merkwaardig bijvoeglijk naamwoord
-
typisch bijvoeglijk naamwoord
-
buitenissig bijvoeglijk naamwoord
-
ongewoon bijvoeglijk naamwoord
-
bizar bijvoeglijk naamwoord
-
curieus bijvoeglijk naamwoord
-
zonderling bijvoeglijk naamwoord
-
eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
-
-
odd (daft; crazy; insane; ridiculous; stupid; foolish; silly; mad; idiotic; funny)
gek; mesjogge; krankjorum; achterlijk; gestoord; niet goed snik; stupide; zot; maf; idioot; krankzinnig; idioterig; geschift-
gek bijvoeglijk naamwoord
-
mesjogge bijvoeglijk naamwoord
-
krankjorum bijvoeglijk naamwoord
-
achterlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gestoord bijvoeglijk naamwoord
-
niet goed snik bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
zot bijvoeglijk naamwoord
-
maf bijvoeglijk naamwoord
-
idioot bijvoeglijk naamwoord
-
krankzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
idioterig bijvoeglijk naamwoord
-
geschift bijvoeglijk naamwoord
-
-
odd (peculiar; curious; strange; queer)
vreemd; eigenaardig; curieus-
vreemd bijvoeglijk naamwoord
-
eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
-
curieus bijvoeglijk naamwoord
-
-
odd (weird; ridiculous; muzzy; foolish; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid; mad)
-
odd (strange; queer; foreign; outlandish; alien; exotic; funny)
vreemd; uitheems; vreemdsoortig; zonderling-
vreemd bijvoeglijk naamwoord
-
uitheems bijvoeglijk naamwoord
-
vreemdsoortig bijvoeglijk naamwoord
-
zonderling bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor odd:
Verwante woorden van "odd":
Synoniemen voor "odd":
Antoniemen van "odd":
Verwante definities voor "odd":
Wiktionary: odd
odd
Cross Translation:
adjective
odd
-
left over after others have been grouped
- odd → overblijvend; resterend
-
casual, irregular
- odd → onregelmatig
-
about
- odd → bij benadering; ongeveer
-
rare: but for the odd exception
- odd → zeldzaam; uitzonderlijk
-
not divisible by two
-
strange
- odd → raar; merkwaardig; vreemd
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• odd | → eigenaardig; vreemd | ↔ gediegen — norddeutsche Umgangssprache: seltsam, eigenartig |
• odd | → gek; kolderiek; lachwekkend | ↔ skurril — auffallend und unkonventionell, seltsam |
• odd | → oneven | ↔ impair — (mathématiques) Qui n’est pas divisible par deux. |
• odd | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk; curieus; typisch; bijzonder; buitengewoon; bizar | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• odd | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |