Lout: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

lout:
- klootzak; hufter; proleet; hork; lomperd; vlegel; kinkel; lummel; pummel; boerenkinkel
Wiktionary:
- lout → onbeschofterik, lummel, malloot, schurk, ruziestoker, hufter, lomperd

Engels

Uitgebreide vertaling voor lout (Engels) in het Nederlands

the lout (duffer; dolt)
de klootzak; de hufter
- klootzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hufter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the lout (boor; prole; hulk; slob; ill-mannered brute; bastard; clumsy fellow; swine; churl)
de proleet; de hork; de lomperd; de vlegel; de kinkel
- proleet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hork [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lomperd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the lout (clodhopper; boor; bumpkin; yokel)
de lummel; de pummel; de kinkel; de vlegel
- lummel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pummel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the lout (yokel; clodhopper; boor)
de boerenkinkel
- boerenkinkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boerenkinkel	boor; clodhopper; lout; yokel
hork	bastard; boor; churl; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine	asshole; dirty bastard; son-of-a-bitch
hufter	dolt; duffer; lout
kinkel	bastard; boor; bumpkin; churl; clodhopper; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine; yokel
klootzak	dolt; duffer; lout	asshole; bastard; cad; cunt; dickhead; piece of shit; prick; scamp; scoundrel; shit; shithead
lomperd	bastard; boor; churl; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine
lummel	boor; bumpkin; clodhopper; lout; yokel	asshole; dirty bastard; son-of-a-bitch
proleet	bastard; boor; churl; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine
pummel	boor; bumpkin; clodhopper; lout; yokel
vlegel	bastard; boor; bumpkin; churl; clodhopper; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine; yokel	baddie; blackguard; brat; good for nothing; knave; naughty boy; naughty child; rascal; rogue; scoundrel
-	clod; gawk; goon; lubber; lummox; lump; oaf; stumblebum

lout

noun

lout

noun

man die zich lomp, onbehouwen en/of aanstootgevend gedraagt
- hufter → lout; jerk; asshole; yob
een onhandig persoon
- lomperd → lout
een grof en onbeleefd persoon
- lomperd → lout