Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. leaseholder:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor leaseholder (Engels) in het Nederlands

leaseholder:

leaseholder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the leaseholder
    de pachter
    • pachter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the leaseholder (ground lessee; lessee; leasehold tenant)
    de erfpachter

Vertaal Matrix voor leaseholder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfpachter ground lessee; leasehold tenant; leaseholder; lessee
pachter leaseholder
- lessee
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tenant

Synoniemen voor "leaseholder":


Verwante definities voor "leaseholder":

  1. a tenant who holds a lease1

Wiktionary: leaseholder

leaseholder
noun
  1. tenant holding a lease