Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. heft:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. heft:
  2. heffen:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor heft (Engels) in het Nederlands

heft:


Vertaal Matrix voor heft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- heftiness; massiveness; ponderosity; ponderousness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- heave; heave up; heft up

Synoniemen voor "heft":


Verwante definities voor "heft":

  1. the property of being large in mass1
  2. lift or elevate1
  3. test the weight of something by lifting it1

Wiktionary: heft

heft
verb
  1. to lift
  2. to test the weight of something by lifting it
noun
  1. weight
  2. heaviness, the feel of weight



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heft (Nederlands) in het Engels

heft:

heft [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het heft
    the hilt; the handle; the ear
    • hilt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • handle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ear [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor heft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ear heft
handle heft beugel; deurklink; deurkruk; draagbeugel; greep; handvat in de vorm van stok; hengsel; ingang; kruk; oor; oor van een kopje; steel
hilt heft gevest
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handle behandelen; bejegenen; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; iets afhandelen; verhandelen; verkopen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ear gehoororgaan; oor

Verwante woorden van "heft":

  • heften

Wiktionary: heft

heft
noun
  1. grip of a sword
  2. part of an object which is held in the hand when used or moved
  3. handle

Cross Translation:
FromToVia
heft haft Heft — Griff an einer Klingenwaffe

heft vorm van heffen:

heffen werkwoord (hef, heft, hief, hieffen, geheven)

  1. heffen (omhoog doen)
    to raise; to lift up; to put up
    • raise werkwoord (raises, raised, raising)
    • lift up werkwoord (lifts up, lifted up, lifting up)
    • put up werkwoord (puts up, put up, putting up)
  2. heffen (omhoog heffen; opheffen; hijsen)
    to raise; to lift; to heave; to lift up
    • raise werkwoord (raises, raised, raising)
    • lift werkwoord (lifts, lifted, lifting)
    • heave werkwoord (heaves, hove, heaving)
    • lift up werkwoord (lifts up, lifted up, lifting up)
  3. heffen (optillen; opheffen; tillen; )
    to lift up
    – take and lift upward 1
    • lift up werkwoord (lifts up, lifted up, lifting up)
    to heave
    – lift or elevate 1
    • heave werkwoord (heaves, hove, heaving)
    to lift
    – rise up 1
    • lift werkwoord (lifts, lifted, lifting)

Conjugations for heffen:

o.t.t.
  1. hef
  2. heft
  3. heft
  4. heffen
  5. heffen
  6. heffen
o.v.t.
  1. hief
  2. hief
  3. hief
  4. hieffen
  5. hieffen
  6. hieffen
v.t.t.
  1. heb geheven
  2. hebt geheven
  3. heeft geheven
  4. hebben geheven
  5. hebben geheven
  6. hebben geheven
v.v.t.
  1. had geheven
  2. had geheven
  3. had geheven
  4. hadden geheven
  5. hadden geheven
  6. hadden geheven
o.t.t.t.
  1. zal heffen
  2. zult heffen
  3. zal heffen
  4. zullen heffen
  5. zullen heffen
  6. zullen heffen
o.v.t.t.
  1. zou heffen
  2. zou heffen
  3. zou heffen
  4. zouden heffen
  5. zouden heffen
  6. zouden heffen
en verder
  1. is geheven
  2. zijn geheven
diversen
  1. hef!
  2. heft!
  3. geheven
  4. heffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor heffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lift lift; liftkooi
raise aankweken; doen voorttelen; fokken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heave heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen deinen; eruit halen; golven; hieuwen; hieven; kokhalzen; met een spil omhoogwerken; met een takel ophijsen; naar boven tillen; omhoogheffen; smijten; takelen; te voorschijn trekken
lift heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen eruit halen; met een takel ophijsen; rooien; takelen; te voorschijn trekken
lift up heffen; hijsen; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen naar boven tillen; omhoogheffen; omhoogtillen
put up heffen; omhoog doen bewaren; deponeren; ding rechtzetten; opslaan
raise heffen; hijsen; omhoog doen; omhoog heffen; opheffen aankaarten; aansnijden; aanvoeren; bezweren; bouwen; construeren; ding rechtzetten; entameren; fokken; grootbrengen; hijsen; hoger maken; instellen; invoeren; jezelf opwerken; kweken; naar boven tillen; naar voren brengen; naarbovendragen; omhoogbrengen; omhooghalen; omhoogheffen; op tafel leggen; opfokken; ophalen; ophijsen; ophogen; opperen; oprichten; optrekken; opvoeden; opwerken; opwerpen; overeindzetten; poneren; rechtop zetten; slangen bezweren; stellen; stichten; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; verhogen; vooruitkomen; vormen; zich omhoogtrekken; zich optrekken aan
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lift stimulans

Wiktionary: heffen

heffen
verb
  1. (overgankelijk) op opwaartse richting doen bewegen
heffen
verb
  1. to lift
noun
  1. An effort to raise something, as a weight, or one's self, or to move something heavy

Cross Translation:
FromToVia
heffen wake; lever; lift; raise; elevate; heave; hoist lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
heffen raise; rise; arouse souleverlever à une faible hauteur.
heffen lever; lift; raise; elevate; heighten; heave; hoist; breed; keep; rear; farm élever — Traductions à trier suivant le sens