Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flawless:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor flawless (Engels) in het Nederlands

flawless:

flawless bijvoeglijk naamwoord

  1. flawless (infallible; faultless; unfailing)
    foutloos; feilloos; zuiver
  2. flawless (perfect)
    volmaakt; perfect; foutloos
  3. flawless (undamaged; untainted; whole; perfect)
    gaaf; puntgaaf; onaangetast
  4. flawless (faultless; infallible)
    loepzuiver

Vertaal Matrix voor flawless:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feilloos faultless; flawless; infallible; unfailing
foutloos faultless; flawless; infallible; perfect; unfailing
gaaf flawless; perfect; undamaged; untainted; whole cool; fantastic; intact; maidenly; marvellous; marvelous; outrageous; pure; super; terrific; undamaged; unimpaired; unspoiled; untainted; untouched; virginal
loepzuiver faultless; flawless; infallible
onaangetast flawless; perfect; undamaged; untainted; whole fresh; unbroached; unimpaired; unopened; unspoiled; untouched; unused; unweakened; virgin
perfect flawless; perfect consummate; excellent; first-rate; high-quality; ideal; perfect; superb; thorough; tiptop
puntgaaf flawless; perfect; undamaged; untainted; whole
volmaakt flawless; perfect consummate; excellent; first-rate; ideal; perfect; superb; thorough; tiptop
zuiver faultless; flawless; infallible; unfailing clean; cleaned; cleansed; hygienic; maidenly; pristine; pure; straight; tidied; unspoiled; untainted; untouched; virginal
- unflawed

Verwante woorden van "flawless":


Synoniemen voor "flawless":


Verwante definities voor "flawless":

  1. without a flaw1
    • a flawless gemstone1

Wiktionary: flawless

flawless
adjective
  1. perfect; without flaws, shortcomings or defects