Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- entanglement:
- entangle:
-
Wiktionary:
- entanglement → verwikkeling, warboel, warnet, warwinkel, verstrengeling
- entangle → verstrikken, verwikkelen, verwarren, verknopen
- entangle → betrekken, verstrikken, verwarren, verwikkelen
Engels
Uitgebreide vertaling voor entanglement (Engels) in het Nederlands
entanglement:
-
the entanglement (plot; intrige; interlocking)
Vertaal Matrix voor entanglement:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
intrige | entanglement; interlocking; intrige; plot | conniving; intrigue; scheming; wangling |
plot | entanglement; interlocking; intrige; plot | |
verwikkeling | entanglement; interlocking; intrige; plot | |
- | web | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | complication |
Verwante woorden van "entanglement":
Synoniemen voor "entanglement":
Verwante definities voor "entanglement":
Wiktionary: entanglement
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• entanglement | → verwikkeling; warboel; warnet; warwinkel | ↔ embrouille — Situation embrouillée |
• entanglement | → verstrengeling | ↔ intrication — physique quantique |
entanglement vorm van entangle:
-
to entangle (complicate; intricate)
-
to entangle (complicate; make difficult; make hard)
compliceren; moeilijk maken; ingewikkeld maken-
moeilijk maken werkwoord (maak moeilijk, maakt moeilijk, maakte moeilijk, maakten moeilijk, moeilijk gemaakt)
-
ingewikkeld maken werkwoord (maak ingewikkeld, maakt ingewikkeld, maakte ingewikkeld, maakten ingewikkeld, ingewikkeld gemaakt)
Conjugations for entangle:
present
- entangle
- entangle
- entangles
- entangle
- entangle
- entangle
simple past
- entangled
- entangled
- entangled
- entangled
- entangled
- entangled
present perfect
- have entangled
- have entangled
- has entangled
- have entangled
- have entangled
- have entangled
past continuous
- was entangling
- were entangling
- was entangling
- were entangling
- were entangling
- were entangling
future
- shall entangle
- will entangle
- will entangle
- shall entangle
- will entangle
- will entangle
continuous present
- am entangling
- are entangling
- is entangling
- are entangling
- are entangling
- are entangling
subjunctive
- be entangled
- be entangled
- be entangled
- be entangled
- be entangled
- be entangled
diverse
- entangle!
- let's entangle!
- entangled
- entangling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor entangle:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compliceren | complicate; entangle; make difficult; make hard | |
ingewikkeld maken | complicate; entangle; make difficult; make hard | |
moeilijk maken | complicate; entangle; make difficult; make hard | hinder; make it difficult; make it hard |
verwikkelen | complicate; entangle; intricate | |
- | mat; mire; snarl; tangle | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verwikkelen | involve | |
- | ensnare; snare |
Verwante woorden van "entangle":
Synoniemen voor "entangle":
Antoniemen van "entangle":
Verwante definities voor "entangle":
Wiktionary: entangle
entangle
Cross Translation:
verb
-
involve in complications
- entangle → verstrikken; verwikkelen
-
twist or interweave
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• entangle | → betrekken; verstrikken; verwarren; verwikkelen | ↔ empêtrer — engager dans des entraves, dans ce qui gêner. — note Il se dit proprement parler des pieds, des jambes. |
• entangle | → betrekken; verstrikken; verwarren; verwikkelen | ↔ entortiller — envelopper un objet dans quelque chose que l’on tortiller ou tortiller quelque chose autour d’un objet. |