Engels
Uitgebreide vertaling voor bland (Engels) in het Nederlands
bland:
-
bland (saltless; cowardly; craven; abject; faint; dim; cringing)
laf; zoutloos; flauw; zonder zout-
laf bijvoeglijk naamwoord
-
zoutloos bijvoeglijk naamwoord
-
flauw bijvoeglijk naamwoord
-
zonder zout bijvoeglijk naamwoord
-
-
bland (faded; faint; pale; sallow; washed out; dim; lurid)
verschoten; bleek; flets; flauw-
verschoten bijvoeglijk naamwoord
-
bleek bijvoeglijk naamwoord
-
flets bijvoeglijk naamwoord
-
flauw bijvoeglijk naamwoord
-
-
bland (characterless; weak; spineless; insipid; without character)
slap; zonder karakter; karakterloos-
slap bijvoeglijk naamwoord
-
zonder karakter bijvoeglijk naamwoord
-
karakterloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
bland (affable; amiable; benign; friendly; taking)
innemend; minzaam; charmant; genegenheid opwekkend-
innemend bijvoeglijk naamwoord
-
minzaam bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
genegenheid opwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
bland (without style; feeble; tasteless; dull; corny; vapid; silly)
-
bland (suave; honeyed)