Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- alert:
-
Wiktionary:
- alert → alert, levendig
- alert → alarm, druk, levendig, kras, kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker, actief, bedrijvend, werkdadig, werkend, werkzaam, bedrijvig, aandachtig, oplettend, attent, waarschuwen, verwittigen, aanbeveling, recommandatie, boeking, inschrijving, registratie, waarschuwing, een sein geven, seinen, opmerken, opmerkzaam maken, signaleren, attenderen, attent maken, een wenk geven, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend
-
Gebruikers suggesties voor alert:
- allert
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor alert (Engels) in het Nederlands
alert:
-
alert
slagvaardig; ad rem; wakker-
slagvaardig bijvoeglijk naamwoord
-
ad rem bijvoeglijk naamwoord
-
wakker bijvoeglijk naamwoord
-
-
alert (agile; brisk; rapid; quick; smart)
alert; wakker; oplettend; uitgeslapen-
alert bijvoeglijk naamwoord
-
wakker bijvoeglijk naamwoord
-
oplettend bijvoeglijk naamwoord
-
uitgeslapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
alert (cautious; attentive; vigilant; watchful)
-
alert (conscious; aware)
-
the alert
– An audible or visual warning signal, generated by a computer, indicating that a threshold has been or is about to be breached. 1de waarschuwing -
the alert
– A feature that notifies a user when there is a change to posted content, workflow status, or when other user-defined criteria are met. 1de waarschuwing -
the alert
– A notification that is displayed to a user when user-defined criteria are met. 1
-
to alert
– To notify by means of an alert that a particular event has occurred. 1
Conjugations for alert:
present
- alert
- alert
- alerts
- alert
- alert
- alert
simple past
- alerted
- alerted
- alerted
- alerted
- alerted
- alerted
present perfect
- have alerted
- have alerted
- has alerted
- have alerted
- have alerted
- have alerted
past continuous
- was alerting
- were alerting
- was alerting
- were alerting
- were alerting
- were alerting
future
- shall alert
- will alert
- will alert
- shall alert
- will alert
- will alert
continuous present
- am alerting
- are alerting
- is alerting
- are alerting
- are alerting
- are alerting
subjunctive
- be alerted
- be alerted
- be alerted
- be alerted
- be alerted
- be alerted
diverse
- alert!
- let's alert!
- alerted
- alerting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor alert:
Verwante woorden van "alert":
Synoniemen voor "alert":
Antoniemen van "alert":
Verwante definities voor "alert":
Wiktionary: alert
alert
Cross Translation:
Cross Translation:
Verwante vertalingen van alert
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor alert (Nederlands) in het Engels
alert:
-
alert (waakzaam; voorzichtig; waaks; hoede; paraat; wakend)
-
alert (oplettend; wakker; uitgeslapen)
-
alert (melding; waarschuwing)