Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
advance:
- naar voren plaatsen; vroeger uitvoeren dan gepland; vervroegen; voorschieten; bevorderen; promoveren; tegemoetkomen; toenaderen; naderen; promoten; avanceren; helpen; opschuiven; voorschuiven; duwen; vooruitschuiven; oprukken; opmarcheren; voorwaarts gaan; hogerop komen; bevorderd worden; zich opwerken
- voorschot; opmars; voortgang; avance; toenadering; aantocht; rijzing; kasvoorschot
-
Wiktionary:
- advance → avances, voorschot, vooruitbetaling, vooruitgang, vordering
- advance → optrekken, benaderen, vervroegen, voorschieten, voortschrijden, vooruitkomen, vooruitzetten, vorderen
- advance → bevorderen, voorschieten, helpen, baten, bijstaan, ter zijde staan, assisteren, voorsprong, vooruitspoelen, voorbaat, bevordering, promotie, versnelling, spurt, opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen, voorgaan, voorlopen, avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken, voorafgaan, voor zijn, voorwaarts gaan, doen zwellen, oppompen, verhogen, een wenk geven, influisteren, opperen, suggereren, bepraten, overhalen, overreden, te denken geven, bezielen, inboezemen, inspireren, inademen, ophalen, inblazen, aanbieding, bod, aanbod, voorslag, voorstel, presentatie, uitvoering, voorstelling, optreden, offerte, dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, aandringen, accelereren, bespoedigen, verhaasten, versnellen, ontplooien, ontwarren, ontwikkelen, afgooien, afwerpen, uitgooien, verleden, voorafgaand, voorgaand, vorig, vroeger, lenen, poging, moeite, demarche, stap, diplomatieke stap, inschrijving, intekening, vooruitbetaling, verschot, voorschot
-
Gebruikers suggesties voor advance:
- voorbaat
Engels
Uitgebreide vertaling voor advance (Engels) in het Nederlands
advance:
-
to advance (forward)
-
to advance
-
to advance (promote; go ahead)
-
to advance (approach)
tegemoetkomen; toenaderen; naderen-
tegemoetkomen werkwoord (kom tegemoet, komt tegemoet, kwam tegemoet, kwamen tegemoet, tegemoet gekomen)
-
-
to advance (promote; help; push)
-
to advance (push forward; move up; slide in front)
opschuiven; voorschuiven; duwen; vooruitschuiven-
voorschuiven werkwoord
-
vooruitschuiven werkwoord (schuif vooruit, schuift vooruit, schoof vooruit, schoven vooruit, vooruitgeschoven)
-
to advance (march on; go onward)
-
to advance (go forward)
voorwaarts gaan-
voorwaarts gaan werkwoord
-
-
to advance (to get promoted; ascend; rise; climb)
hogerop komen; bevorderd worden; zich opwerken-
bevorderd worden werkwoord (word bevorderd, wordt bevorderd, werd bevorderd, werden bevorderd, bevorderd geworden)
-
zich opwerken werkwoord
Conjugations for advance:
present
- advance
- advance
- advances
- advance
- advance
- advance
simple past
- advanced
- advanced
- advanced
- advanced
- advanced
- advanced
present perfect
- have advanced
- have advanced
- has advanced
- have advanced
- have advanced
- have advanced
past continuous
- was advancing
- were advancing
- was advancing
- were advancing
- were advancing
- were advancing
future
- shall advance
- will advance
- will advance
- shall advance
- will advance
- will advance
continuous present
- am advancing
- are advancing
- is advancing
- are advancing
- are advancing
- are advancing
subjunctive
- be advanced
- be advanced
- be advanced
- be advanced
- be advanced
- be advanced
diverse
- advance!
- let's advance!
- advanced
- advancing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the advance (advanced money)
-
the advance (march; military walking)
-
the advance (approach)
-
the advance (approach)
-
the advance (rising; boom)
-
the advance
Vertaal Matrix voor advance:
Verwante woorden van "advance":
Synoniemen voor "advance":
Antoniemen van "advance":
Verwante definities voor "advance":
Wiktionary: advance
advance
Cross Translation:
noun
advance
-
opening approach
- advance → avances
-
amount of money
- advance → voorschot; vooruitbetaling
-
forward move
- advance → vooruitgang
-
to move forwards, to approach
-
to make earlier, as an event or date; to hasten
- advance → vervroegen
-
to furnish, as money or other value, before it becomes due
- advance → voorschieten
verb
-
geleidelijk verder verlopen
-
vorderingen maken op weg naar iets
-
een betere positie krijgen
-
naar voren zetten
-
vooruitgang boeken
Cross Translation: