Engels
Uitgebreide vertaling voor trade-off (Engels) in het Nederlands
trade-off: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- trade: handel; commercie; handelen; handel drijven; koophandel; handelsverkeer; negotie; ruilen; wisselen; uitwisselen; verwisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; waar; koopwaar; handelswaar; klandizie; nering; verbeteren; herstellen; vernieuwen; renoveren; hernieuwen; metier
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
tradeoff:
Vertaal Matrix voor tradeoff:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | trade-off |
Synoniemen voor "tradeoff":
Verwante definities voor "tradeoff":
trade-off:
Vertaal Matrix voor trade-off:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | tradeoff |
Synoniemen voor "trade-off":
Verwante definities voor "trade-off":
Wiktionary: trade-off
trade-off
Cross Translation:
noun
-
situation in which one thing must be decreased for another to be increased
- trade-off → compromis
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • trade-off | → arbitrage | ↔ arbitrage — droit|fr procédure qui consiste à soumettre un différend à un ou à des arbitres. |
| • trade-off | → compromis; middenweg; tussenvoorstel; vergelijk | ↔ compromis — droit|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter. |