Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fluency:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fluency (Engels) in het Nederlands

fluency:

fluency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fluency
    de spreekvaardigheid

Vertaal Matrix voor fluency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spreekvaardigheid fluency
- articulateness; eloquence; smoothness; volubility

Synoniemen voor "fluency":

  • eloquence; smoothness; expressive style; style
  • skillfulness
  • volubility; articulateness; communicativeness

Verwante definities voor "fluency":

  1. the quality of being facile in speech and writing1
  2. skillfulness in speaking or writing1
  3. powerful and effective language1
    • fluency in spoken and written English is essential1

Wiktionary: fluency


Cross Translation:
FromToVia
fluency vloed; vloeien Fluss — ein stetiger Ablauf; das Fließen
fluency grifheid; vlotheid facilitéqualité de ce qui faire ou employer sans peine.