Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- except:
-
Wiktionary:
- except → behalve
- except → bezwaar hebben, protesteren, bezwaar maken, uitzonderen, uitsluiten
- except → behalve
- except → uitzonderen, ontslaan, vrijstellen, behalve
-
Gebruikers suggesties voor except:
- met uitzondering van
Engels
Uitgebreide vertaling voor except (Engels) in het Nederlands
except:
-
except (except for; with the exception of; outside of; excepting; exclusive of; to the exclusion of; but; save)
behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van; buiten-
behalve bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezonderd bijvoeglijk naamwoord
-
met uitsluiting van bijvoeglijk naamwoord
-
buiten bijvoeglijk naamwoord
-
-
except (unless; excepting; barring)
Conjugations for except:
present
- except
- except
- excepts
- except
- except
- except
simple past
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
- excepted
present perfect
- have excepted
- have excepted
- has excepted
- have excepted
- have excepted
- have excepted
past continuous
- was excepting
- were excepting
- was excepting
- were excepting
- were excepting
- were excepting
future
- shall except
- will except
- will except
- shall except
- will except
- will except
continuous present
- am excepting
- are excepting
- is excepting
- are excepting
- are excepting
- are excepting
subjunctive
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
- be excepted
diverse
- except!
- let's except!
- excepted
- excepting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor except:
Verwante woorden van "except":
Synoniemen voor "except":
Antoniemen van "except":
Verwante definities voor "except":
Wiktionary: except
except
Cross Translation:
en-prep
except
-
with the exception of
- except → behalve
-
to take exception, to object to
- except → bezwaar hebben; protesteren; bezwaar maken
-
to exclude
- except → uitzonderen; uitsluiten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• except | → uitzonderen | ↔ excepter — désigner une personne ou une chose comme n’étant pas comprendre dans un nombre, dans une règle ou dans une situation où il sembler qu’elle devoir l’être. |
• except | → ontslaan; vrijstellen; uitzonderen | ↔ exempter — rendre exempt, affranchir de quelque chose. |
• except | → behalve | ↔ sauf que — sous la réserve que, excepté que. |