Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wank:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor wanker (Engels) in het Nederlands

wank:

wank werkwoord

  1. wank (masturbate; jerk off)
    onaneren; afrukken
    • onaneren werkwoord
    • afrukken werkwoord (ruk af, rukt af, rukte af, rukten af, afgerukt)

Vertaal Matrix voor wank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrukken break off; interrupting; severing; tearing loose; tearing off
- hand job; jacking off; jerking off
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrukken jerk off; masturbate; wank pull off; rip off; tear off
onaneren jerk off; masturbate; wank
- fuck off; jack off; jerk off; masturbate; she-bop

Verwante woorden van "wank":

  • wanking

Synoniemen voor "wank":


Verwante definities voor "wank":

  1. slang for masturbation1
  2. get sexual gratification through self-stimulation1

Wiktionary: wank

wank
verb
  1. intransitive: to masturbate
  2. transitive: to masturbate

wanker:


Vertaal Matrix voor wanker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- jerk-off; tosser

Synoniemen voor "wanker":

  • tosser; jerk-off; masturbator; onanist

Verwante definities voor "wanker":

  1. terms of abuse for a masturbator1

Wiktionary: wanker

wanker
noun
  1. person who wanks
  2. idiot