Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: starch

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: starch

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. starch:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor starch (Engels) in het Nederlands

starch:

starch [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the starch
    het zetmeel
    • zetmeel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the starch
    de stijfsel
    • stijfsel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to starch werkwoord (starchs, starched, starching)

  1. to starch (stiffen)
    stijven; stijf maken
    • stijven werkwoord (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)
    • stijf maken werkwoord (maak stijf, maakt stijf, maakte stijf, maakten stijf, stijf gemaakt)

Conjugations for starch:

present
  1. starch
  2. starch
  3. starchs
  4. starch
  5. starch
  6. starch
simple past
  1. starched
  2. starched
  3. starched
  4. starched
  5. starched
  6. starched
present perfect
  1. have starched
  2. have starched
  3. has starched
  4. have starched
  5. have starched
  6. have starched
past continuous
  1. was starching
  2. were starching
  3. was starching
  4. were starching
  5. were starching
  6. were starching
future
  1. shall starch
  2. will starch
  3. will starch
  4. shall starch
  5. will starch
  6. will starch
continuous present
  1. am starching
  2. are starching
  3. is starching
  4. are starching
  5. are starching
  6. are starching
subjunctive
  1. be starched
  2. be starched
  3. be starched
  4. be starched
  5. be starched
  6. be starched
diverse
  1. starch!
  2. let's starch!
  5. starched
  6. starching
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor starch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijfsel starch
zetmeel starch
- amylum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijf maken starch; stiffen
stijven starch; stiffen

Verwante woorden van "starch":

  • starching, starches

Synoniemen voor "starch":

  • amylum; polysaccharide; polyose
  • stiffen

Verwante definities voor "starch":

  1. a commercial preparation of starch that is used to stiffen textile fabrics in laundering1
  2. a complex carbohydrate found chiefly in seeds, fruits, tubers, roots and stem pith of plants, notably in corn, potatoes, wheat, and rice; an important foodstuff and used otherwise especially in adhesives and as fillers and stiffeners for paper and textile1
  3. stiffen with starch1
    • starch clothes1

Wiktionary: starch

starch
noun
  1. substance
  2. carbohydrates
  3. laundry stiffener
adjective
  1. stiff
starch
noun
  1. een mengsel van water en zetmeel waarmee iets wordt opgestijfd
  2. voeding|nld verzamelnaam voor complexe polymere koolhydraat die in de natuur dienen als voedselreserve voor planten
Cross Translation:
FromToVia
• starch → stijven ↔ amidonner — enduire d’amidon







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0239 seconde
Page rendered in 1.0 seconds