Engels

Uitgebreide vertaling voor entrance (Engels) in het Nederlands

entrance:

entrance [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the entrance (access; entry; admission; admittance)
    de toegang; de entree; de ingang; de inlaat
    • toegang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ingang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the entrance (entry; arrival; incoming; entering)
    de entree; de binnenkomst; de intrede; de intocht
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • binnenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • intrede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • intocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the entrance
    de invaart
    • invaart [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. the entrance (entry; entering; incoming; ingress)
    – the act of entering 1
    de ingang
    • ingang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

entrance

  1. entrance

Vertaal Matrix voor entrance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenkomst arrival; entering; entrance; entry; incoming arrival; entry
entree access; admission; admittance; arrival; entering; entrance; entry; incoming admission charge; admission fee; entrance charge; entrance fee; foyer; hall; lobby; vestibule
ingang access; admission; admittance; entering; entrance; entry; incoming; ingress handle
inlaat access; admission; admittance; entrance; entry
intocht arrival; entering; entrance; entry; incoming
intrede arrival; entering; entrance; entry; incoming
invaart entrance
toegang access; admission; admittance; entrance; entry access
- entering; entranceway; entree; entry; entryway
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken brighten; charm; cheer; delight; enchant; fascinate; gladden; make happy; ravish
- spellbind
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken entrance
- admission; approach; entrance gate; sea approach

Verwante woorden van "entrance":


Synoniemen voor "entrance":


Verwante definities voor "entrance":

  1. the act of entering1
    • she made a grand entrance1
  2. something that provides access (to get in or get out)1
    • they waited at the entrance to the garden1
  3. a movement into or inward1
  4. put into a trance1

Wiktionary: entrance

entrance
verb
  1. To delight
  2. To put into trance
noun
  1. The place of entering, as a gate or doorway
entrance
noun
  1. een opening waar iets doorheen kan
  2. het recht om toegelaten te worden
  3. het deelnemen aan iets, lid worden

Cross Translation:
FromToVia
entrance ingang; ontvangst; binnenkomen; inkomen EingangÖffnung zum Betreten eines begrenzten Bereiches, z. B. eines Gebäudes
entrance landing; toegang; nadering; binnengaan; entree; intrede; omgeving; ontmoeting; kennismaking; betrekking; verhouding; verstandhouding; omgang; verband; verkeer; ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
entrance binnengaan; entree; intrede; toegang; aanval; offensief; vlaag; attaque; heenweg accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel.
entrance binnengaan; entree; intrede; toegang entréeendroit par où l’on entrer dans un lieu.

Verwante vertalingen van entrance