Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. adjoining:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor adjoining (Engels) in het Nederlands

adjoining:

adjoining bijvoeglijk naamwoord

  1. adjoining (adjacent; neighbouring; neighboring)
    aangrenzend; aanpalend; belendend
  2. adjoining (adjacent; neighbouring; neighboring)
    aanliggend
  3. adjoining (adjacent; neighbouring; neighboring)
    aanliggende

Vertaal Matrix voor adjoining:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangrenzend adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
aanliggend adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
aanpalend adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring
belendend adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring adjacent; neighboring; neighbouring; surrounding
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanliggende adjacent; adjoining; neighboring; neighbouring

Synoniemen voor "adjoining":


Wiktionary: adjoining

adjoining
adjective
  1. rechtstreeks grenzend aan iets anders
  2. (van panden) aangrenzend