Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. efficiency:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor efficiency:
    • efficientie
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. efficiency:


Engels

Uitgebreide vertaling voor efficiency (Engels) in het Nederlands

efficiency:

efficiency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the efficiency
    de efficiency

Vertaal Matrix voor efficiency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
efficiency efficiency
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- degree of efficiency; effectiveness

Verwante woorden van "efficiency":


Synoniemen voor "efficiency":


Antoniemen van "efficiency":


Verwante definities voor "efficiency":

  1. skillfulness in avoiding wasted time and effort1
    • she did the work with great efficiency1
  2. the ratio of the output to the input of any system1

Wiktionary: efficiency

efficiency
noun
  1. extent to which time is well used
  2. extent to which a resource is used for the intended purpose

Cross Translation:
FromToVia
efficiency efficiëntie; rendement; doeltreffendheid rendement — Ce que rendre, ce que produire une chose.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor efficiency (Nederlands) in het Engels

efficiency:

efficiency [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de efficiency
    the efficiency

Vertaal Matrix voor efficiency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
efficiency efficiency