Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- accede:
-
Wiktionary:
- accede → aanvaarden, inwilligen, toestemmen, toetreden, bestijgen, naderen
- accede → goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen, binnenlaten, toelaten, accepteren, aannemen, ontvangen
Engels
Uitgebreide vertaling voor accede (Engels) in het Nederlands
accede:
-
to accede (admit the truth; admit)
Conjugations for accede:
present
- accede
- accede
- accedes
- accede
- accede
- accede
simple past
- acceded
- acceded
- acceded
- acceded
- acceded
- acceded
present perfect
- have acceded
- have acceded
- has acceded
- have acceded
- have acceded
- have acceded
past continuous
- was acceding
- were acceding
- was acceding
- were acceding
- were acceding
- were acceding
future
- shall accede
- will accede
- will accede
- shall accede
- will accede
- will accede
continuous present
- am acceding
- are acceding
- is acceding
- are acceding
- are acceding
- are acceding
subjunctive
- be acceded
- be acceded
- be acceded
- be acceded
- be acceded
- be acceded
diverse
- accede!
- let's accede!
- acceded
- acceding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor accede:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
als waar erkennen | accede; admit; admit the truth | |
erkennen | accede; admit; admit the truth | |
toegeven | accede; admit; admit the truth | give in; surrender |
- | acquiesce; assent; bow; defer; enter; give in; submit |
Verwante woorden van "accede":
Synoniemen voor "accede":
Antoniemen van "accede":
Verwante definities voor "accede":
Wiktionary: accede
accede
Cross Translation:
verb
-
to agree to a proposal or view
- accede → aanvaarden; inwilligen; toestemmen
-
to join a group
- accede → toetreden
-
to enter upon an office or dignity
- accede → bestijgen; aanvaarden
-
obsolete: to approach
- accede → naderen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• accede | → goedvinden; het eens zijn; toegeven; toestemmen; binnenlaten; toelaten; accepteren; aannemen; ontvangen | ↔ admettre — recevoir par choix, faveur ou condescendance. |