Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wig:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wig:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor wig (Engels) in het Nederlands

wig:

wig [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wig
    de pruik
    • pruik [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pruik wig
- wigging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitbrander geven blow a person up; dress down; scold; tell off; wig

Verwante woorden van "wig":


Synoniemen voor "wig":

  • hairpiece; false hair; postiche
  • wigging; chiding; scolding; objurgation; tongue-lashing

Verwante definities voor "wig":

  1. hairpiece covering the head and made of real or synthetic hair1
  2. British slang for a scolding1

Wiktionary: wig

wig
noun
  1. head of artificial hair
wig
noun
  1. een kunstmatig haarstuk waarmee het hoofd bedekt wordt

Cross Translation:
FromToVia
wig pruik PerückeFriseurhandwerk, Mode: ein Haarersatz; eine handwerklich angefertigte Nachahmung natürlich gewachsener Haare, des Haarschopfes; eine künstliche Kopfbedeckung; eine Zweitfrisur, die das Naturhaar ersetzen oder ergänzen sollen
wig pruik perruque — coiffure|fr coiffure de faux cheveux.



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wig (Nederlands) in het Engels

wig:

wig [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wig (keil; keg)
    the wedge; the peg; the quoin; the cleat; the clothes pin; the key; the clothes-peg
    • wedge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peg [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quoin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cleat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clothes pin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • key [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clothes-peg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cleat keg; keil; wig
clothes pin keg; keil; wig knijper; wasknijper
clothes-peg keg; keil; wig knijper; wasknijper
key keg; keil; wig sleutel; toets; tonaliteit; toonaard; toonsoort
peg keg; keil; wig borgmoer; borrel; haak; haakje; klem; muurplug; neut; ophanghaak; ophanghaakje; pen; pin; plug; spie; staande receptie
quoin keg; keil; wig
wedge keg; keil; wig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wedge aandrukken; vastdrukken

Verwante woorden van "wig":

  • wiggen, wigje, wigjes

Wiktionary: wig

wig
noun
  1. simple machine

Cross Translation:
FromToVia
wig gore; wedge Keilspitz zulaufender Gegenstand aus festem Material in Form eines Prismas mit dreieckiger Grundfläche
wig shim; cleat; wedge; chock cale — Pièce pour stabiliser
wig wedge coin — Pièce servant à fendre le bois ou la pierre