Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- malaise:
-
Wiktionary:
- malaise → teneergeslagenheid, ongesteldheid, malaise
- malaise → indispositie, ongesteldheid
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor malaise (Engels) in het Nederlands
malaise:
-
the malaise (recession; slump; depression; dejection)
Vertaal Matrix voor malaise:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
malaise | dejection; depression; malaise; recession; slump | |
slapheid | dejection; depression; malaise; recession; slump | feebleness; frailty; lack of energy; languor; lethargy; slackness; trivial; weakness |
slapte | dejection; depression; malaise; recession; slump | feebleness; frailty; indolence; inertia; inertness; laziness; lethargy; listlessness; ponderousness; slackness; sloth; slowness; sluggishness; tardiness; trivial; unwieldiness; weakness |
- | unease; uneasiness |
Synoniemen voor "malaise":
Verwante definities voor "malaise":
Wiktionary: malaise
malaise
Cross Translation:
noun
malaise
-
ambiguous feeling of mental or moral depression
- malaise → teneergeslagenheid
-
bodily feeling
- malaise → ongesteldheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• malaise | → indispositie; ongesteldheid | ↔ Unwohlsein — gefühlte körperliche oder psychische Unstimmigkeit |
Computer vertaling door derden:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor malaise (Nederlands) in het Engels
malaise:
Vertaal Matrix voor malaise:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dejection | malaise; slapheid; slapte | droefenis; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; leed; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; rouw; smart; somberheid; verslagenheid; zwaarmoedigheid |
depression | malaise; slapheid; slapte | depressie; droefenis; droefgeestigheid; drukminimum; gedeprimeerdheid; kruis; kwel; lage luchtdruk; lagedrukgebied; leed; melancholie; neerslachtigheid; ongeluk; pijn; rouw; smart; somberheid; ziekelijke neerslachtigheid; zwaarmoedigheid |
malaise | malaise; slapheid; slapte | |
recession | malaise; slapheid; slapte | baisse; deflatie; prijsdaling; prijsverlaging; recessie |
slump | malaise; slapheid; slapte | crisis; debacle; depressie; ineenstorting; ineenzakking; instorting; laagconjunctuur |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slump | in elkaar zakken; invallen; inzakken; inzinken; kelderen; sterk afnemen; sterk in waarde dalen; teruglopen; vallen |
Computer vertaling door derden: