Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- whip:
-
Wiktionary:
- whip → zweep
- whip → geselen, kloppen, toetakelen
- whip → zweep, afranselen, afrossen, doorroeren, dorsen, houwen, klappen, kloppen, meppen, omroeren, roeren, slaan, geselen, arendskoprog, gevlekte adelaarsrog
Engels
Uitgebreide vertaling voor whip (Engels) in het Nederlands
whip:
-
the whip
-
the whip
-
to whip (beat up; rack; trounce; lash; flog; castigate; whack; drub)
aftuigen; aframmelen; in elkaar timmeren; afrossen; toetakelen; afranselen-
in elkaar timmeren werkwoord (timmer in elkaar, timmert in elkaar, timmerde in elkaar, timmerden in elkaar, in elkaar getimmerd)
-
to whip (beat up)
-
to whip (beat up)
een pak slaag geven; billekoek geven-
een pak slaag geven werkwoord (geef een pak slaag, geeft een pak slaag, gaf een pak slaag, gaven een pak slaag, een pak slaag gegeven)
-
billekoek geven werkwoord
-
Conjugations for whip:
present
- whip
- whip
- whips
- whip
- whip
- whip
simple past
- whipped
- whipped
- whipped
- whipped
- whipped
- whipped
present perfect
- have whipped
- have whipped
- has whipped
- have whipped
- have whipped
- have whipped
past continuous
- was whipping
- were whipping
- was whipping
- were whipping
- were whipping
- were whipping
future
- shall whip
- will whip
- will whip
- shall whip
- will whip
- will whip
continuous present
- am whipping
- are whipping
- is whipping
- are whipping
- are whipping
- are whipping
subjunctive
- be whipped
- be whipped
- be whipped
- be whipped
- be whipped
- be whipped
diverse
- whip!
- let's whip!
- whipped
- whipping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor whip:
Verwante woorden van "whip":
Synoniemen voor "whip":
Verwante definities voor "whip":
Wiktionary: whip
whip
whip
Cross Translation:
verb
-
iemand met een zweep of gesel tuchtigen
-
in toestand brengen
-
iemand zo mishandelen dat hij of zij zichtbaar lichamelijk letsel heeft
- toetakelen → whip; maul
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• whip | → zweep | ↔ Geißel — Peitsche, Stab mit Riemen oder Schnüren zur Züchtigung |
• whip | → zweep | ↔ Peitsche — längerer biegsamer Stock, an dessen einem Ende eine Schnur oder ein Lederriemen befestigt ist und der insbesondere dazu verwendet wird, Zugtiere anzutreiben, früher aber auch als Instrument zur Züchtigung diente |
• whip | → afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan | ↔ battre — frapper de coups répétés. |
• whip | → geselen | ↔ flageller — soumettre au supplice du fouet. |
• whip | → zweep | ↔ fouet — Corde à frapper |
• whip | → geselen | ↔ fouetter — Frapper à l’aide d’un fouet. (Sens général). |
• whip | → arendskoprog; gevlekte adelaarsrog | ↔ raie léopard — zoologie|fr raie dont la peau tachetée rappelle vaguement le léopard (Aetobatus narinari), qui se rencontre dans les zones tropicales et subtropicales. |