Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: reconcile

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: reconcile

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reconcile:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor reconcile (Engels) in het Nederlands

reconcile:

to reconcile werkwoord (reconciles, reconciled, reconciling)

  1. to reconcile (settle)
    bijleggen; verzoenen; schikken
    • bijleggen werkwoord (leg bij, legt bij, legde bij, legden bij, bijgelegd)
    • verzoenen werkwoord (verzoen, verzoent, verzoende, verzoenden, verzoend)
    • schikken werkwoord (schik, schikt, schikte, schikten, geschikt)
  2. to reconcile (settle)
    goedmaken; bijleggen; ruzie afsluiten
    • goedmaken werkwoord (maak goed, maakt goed, maakte goed, maakten goed, goedgemaakt)
    • bijleggen werkwoord (leg bij, legt bij, legde bij, legden bij, bijgelegd)
    • ruzie afsluiten werkwoord
  3. to reconcile (conciliate)
    verbroederen
    • verbroederen werkwoord (verbroeder, verbroedert, verbroederde, verbroederden, verbroederd)
  4. to reconcile
    overeenbrengen
    • overeenbrengen werkwoord (breng overeen, brengt overeen, bracht overeen, brachten overeen, overeen gebracht)
  5. to reconcile
    – To compare and adjust two or more accounts or statements so that the figures agree. 1
    afstemmen
    • afstemmen werkwoord (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)

Conjugations for reconcile:

present
  1. reconcile
  2. reconcile
  3. reconciles
  4. reconcile
  5. reconcile
  6. reconcile
simple past
  1. reconciled
  2. reconciled
  3. reconciled
  4. reconciled
  5. reconciled
  6. reconciled
present perfect
  1. have reconciled
  2. have reconciled
  3. has reconciled
  4. have reconciled
  5. have reconciled
  6. have reconciled
past continuous
  1. was reconciling
  2. were reconciling
  3. was reconciling
  4. were reconciling
  5. were reconciling
  6. were reconciling
future
  1. shall reconcile
  2. will reconcile
  3. will reconcile
  4. shall reconcile
  5. will reconcile
  6. will reconcile
continuous present
  1. am reconciling
  2. are reconciling
  3. is reconciling
  4. are reconciling
  5. are reconciling
  6. are reconciling
subjunctive
  1. be reconciled
  2. be reconciled
  3. be reconciled
  4. be reconciled
  5. be reconciled
  6. be reconciled
diverse
  1. reconcile!
  2. let's reconcile!
  5. reconciled
  6. reconciling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor reconcile:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstemmen adjusting; equalisation; equalization; synchronisation; synchronization; tune in to; tuning
goedmaken atoning for; making up for; redeem
schikken arrangement; ordening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstemmen reconcile adjust; decline; denounce; disapprove; disclaim; fix; object to; outvote; refuse; reject; repudiate; spurn; synchronise; synchronize; tune; tune in; turn down; vote down
bijleggen reconcile; settle contribute; contribute more; make up; pay; pay an additional charge; pay extra; pay in; settle the difference; share in the costs
goedmaken reconcile; settle better; compensate for; correct; counterbalance; fix; get better; improve; make better; make good; make up; mend; put straight; rectify; renew; repair; restore; set right
overeenbrengen reconcile
ruzie afsluiten reconcile; settle
schikken reconcile; settle arrange; fix; make up; order; patch up a quarrel; regulate; settle; suit; suit one's convenience
verbroederen conciliate; reconcile
verzoenen reconcile; settle
- accommodate; conciliate; harmonise; harmonize; make up; patch up; resign; settle; submit
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- make up; settle

Verwante woorden van "reconcile":


Synoniemen voor "reconcile":


Verwante definities voor "reconcile":

  1. bring into consonance or accord2
  2. make (one thing) compatible with (another)2
  3. accept as inevitable2
  4. come to terms2
  5. To compare and adjust two or more accounts or statements so that the figures agree.1

Wiktionary: reconcile

reconcile
verb
  1. to restore a friendly relationship
  2. to make things compatible or consistent
reconcile
verb
  1. vrede laten sluiten
Cross Translation:
FromToVia
• reconcile → in overeenstemming brengen; rijmen; tot overeenstemming brengen; stemmen ↔ accorder — mettre d’accord.
• reconcile → overeenbrengen ↔ concilier — accorder ensemble des personnes diviser d’opinion, d’intérêt.
• reconcile → verzoenen ↔ réconcilier — remettre d’accord ensemble des personnes qui étaient brouiller.

Verwante vertalingen van reconcile







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0502 seconde
Page rendered in 1.0 seconds