Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- imputation:
-
Wiktionary:
- imputation → aantijging, beschuldiging
Engels
Uitgebreide vertaling voor imputation (Engels) in het Nederlands
imputation:
-
the imputation (affecting; impairing; defamation; attacking; injuring)
-
the imputation (accusation; allegation; insinuation)
-
the imputation (insinuation)
Vertaal Matrix voor imputation:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aantasten | affecting; attacking; defamation; impairing; imputation; injuring | |
aantijging | accusation; allegation; imputation; insinuation | a charge against; accusation; allusion; hint; innuendo; insinuation |
beschuldiging | accusation; allegation; imputation; insinuation | accusation; charge; complaint; indictment; insinuation; suspicion |
insinuatie | accusation; allegation; imputation; insinuation | a charge against; accusation; allusion; hint; innuendo; insinuation |
verdachtmaking | accusation; allegation; imputation; insinuation | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aantasten | attack; besmirch; blemish; damage; erode; spoil; taint | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | charge |
Verwante woorden van "imputation":
Synoniemen voor "imputation":
Verwante definities voor "imputation":
Wiktionary: imputation
imputation
noun
imputation
-
that which has been imputed
- imputation → aantijging
-
act of imputing
- imputation → aantijging
noun
-
het aangeven dat iemand iets moreel of gerechtelijk verkeerds heeft gedaan