Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor hem (Engels) in het Nederlands
hem:
Conjugations for hem:
present
- hem
- hem
- hems
- hem
- hem
- hem
simple past
- hemmed
- hemmed
- hemmed
- hemmed
- hemmed
- hemmed
present perfect
- have hemmed
- have hemmed
- has hemmed
- have hemmed
- have hemmed
- have hemmed
past continuous
- was hemming
- were hemming
- was hemming
- were hemming
- were hemming
- were hemming
future
- shall hem
- will hem
- will hem
- shall hem
- will hem
- will hem
continuous present
- am hemming
- are hemming
- is hemming
- are hemming
- are hemming
- are hemming
subjunctive
- be hemmed
- be hemmed
- be hemmed
- be hemmed
- be hemmed
- be hemmed
diverse
- hem!
- let's hem!
- hemmed
- hemming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor hem:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zomen | borders; brims; hems | |
- | ahem | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
omzomen | hem | |
zomen | border; edge; fringe; hem; seam |
Synoniemen voor "hem":
Verwante definities voor "hem":
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hem (Nederlands) in het Engels
hem:
Vertaal Matrix voor hem:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
him | hem |
Verwante definities voor "hem":
Wiktionary: hem
hem
Cross Translation:
pronoun
hem
-
(accusatief)
- hem → him
-
(datief)
- hem → him
en-pron
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hem | → him; her; it | ↔ le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne |
• hem | → him; her | ↔ lui — Pronom de la troisième personne du singulier du complément d’objet indirect. |