Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: discourage

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: discourage

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. discourage:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor discourage (Engels) in het Nederlands

discourage:

to discourage werkwoord (discourages, discouraged, discouraging)

  1. to discourage (demoralize; demoralise)
    ontmoedigen
    • ontmoedigen werkwoord (ontmoedig, ontmoedigt, ontmoedigde, ontmoedigden, ontmoedigd)
  2. to discourage (hold back; restrain; prevent; )
    weerhouden; beletten; ervanaf houden; afhouden
    • weerhouden werkwoord (weerhoud, weerhoudt, weerhield, weerhielden, weerhouden)
    • beletten werkwoord (belet, belette, beletten, belet)
    • ervanaf houden werkwoord
    • afhouden werkwoord (houd af, houdt af, hield af, hielden af, afgehouden)
  3. to discourage (demoralize; dishearten; dispirit; demoralise)
    moedeloos maken
    • moedeloos maken werkwoord (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)

Conjugations for discourage:

present
  1. discourage
  2. discourage
  3. discourages
  4. discourage
  5. discourage
  6. discourage
simple past
  1. discouraged
  2. discouraged
  3. discouraged
  4. discouraged
  5. discouraged
  6. discouraged
present perfect
  1. have discouraged
  2. have discouraged
  3. has discouraged
  4. have discouraged
  5. have discouraged
  6. have discouraged
past continuous
  1. was discouraging
  2. were discouraging
  3. was discouraging
  4. were discouraging
  5. were discouraging
  6. were discouraging
future
  1. shall discourage
  2. will discourage
  3. will discourage
  4. shall discourage
  5. will discourage
  6. will discourage
continuous present
  1. am discouraging
  2. are discouraging
  3. is discouraging
  4. are discouraging
  5. are discouraging
  6. are discouraging
subjunctive
  1. be discouraged
  2. be discouraged
  3. be discouraged
  4. be discouraged
  5. be discouraged
  6. be discouraged
diverse
  1. discourage!
  2. let's discourage!
  5. discouraged
  6. discouraging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor discourage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden barring; preventing; putting off; stopping
beletten barring; preventing; putting off; stopping
weerhouden barring; preventing; putting off; stopping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden discourage; dissuade; hold back; obstruct; prevent; restrain; stop avert; deduct; fend off; keep off; keep out; lay off; parry; prevent
beletten discourage; dissuade; hold back; obstruct; prevent; restrain; stop impede; keep from; obstruct; prevent
ervanaf houden discourage; dissuade; hold back; obstruct; prevent; restrain; stop
moedeloos maken demoralise; demoralize; discourage; dishearten; dispirit
ontmoedigen demoralise; demoralize; discourage
weerhouden discourage; dissuade; hold back; obstruct; prevent; restrain; stop
- admonish; deter; monish; warn

Verwante woorden van "discourage":


Synoniemen voor "discourage":


Antoniemen van "discourage":


Verwante definities voor "discourage":

  1. admonish or counsel in terms of someone's behavior1
  2. try to prevent; show opposition to1
    • We should discourage this practice among our youth1
  3. deprive of courage or hope; take away hope from; cause to feel discouraged1

Wiktionary: discourage

discourage
verb
  1. to persuade somebody not to do something
  2. to dishearten
discourage
verb
  1. de moed ontnemen
Cross Translation:
FromToVia
• discourage → ontmoedigen ↔ entmutigen — den Mut nehmen
• discourage → ontmoedigen; ontraden ↔ décourager — Dépourvoir de courage







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0345 seconde
Page rendered in 1.0 seconds