Engels

Uitgebreide vertaling voor absolute (Engels) in het Nederlands

absolute:

absolute bijvoeglijk naamwoord

  1. absolute (unconditional; definitely; absolutely; )
    onvoorwaardelijk; absoluut; zeker; pertinent; vaststaand; volstrekt; vast en zeker; ten enenmale
  2. absolute (downright; straight)
    klinkklaar; gewoonweg; rechttoe

Vertaal Matrix voor absolute:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absoluut absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted certain; certainly; of course; positive; positively; sure; sure and certain; thorough; undoubted
klinkklaar absolute; downright; straight blatant; downright; plain; sheer
onvoorwaardelijk absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted
pertinent absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted
vaststaand absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted definite; established; final
volstrekt absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted absolutely; awfully; completely; fully; outright; terribly; totally; utter; utterly
zeker absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted absolutely; actually; apparently; certain; certainly; certainly yes; definitely; factually; genuinely; indeed; naturally; obviously; of course; positive; positively; really; sure; sure and certain; surely; to be sure; truly; truthfully; undoubted; undoubtedly; without doubt
- downright; infrangible; inviolable; out-and-out; rank; right-down; sheer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewoonweg absolute; downright; straight blatant; bluntly; clean; downright; just like that; plain; readily; sheer; without any warning
rechttoe absolute; downright; straight frank; open; straight ahead; straight on
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- downright; entire; unquestioning
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ten enenmale absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted
vast en zeker absolute; absolutely; certain; certainly; definitely; final; indisputable; positive; sure; unconditional; undoubted absolutely; actually; assured; certainly; conclusive; definitely; factually; genuinely; incontrovertible; indeed; indisputable; irrefutable; really; sure; surely; truly; truthfully; undoubtedly

Verwante woorden van "absolute":


Synoniemen voor "absolute":


Antoniemen van "absolute":


Verwante definities voor "absolute":

  1. perfect or complete or pure1
    • absolute loyalty1
    • absolute silence1
    • absolute truth1
    • absolute alcohol1
  2. not capable of being violated or infringed1
  3. complete and without restriction or qualification; sometimes used informally as intensifiers1
    • absolute freedom1
    • an absolute dimwit1
  4. not limited by law1
    • an absolute monarch1
  5. expressing finality with no implication of possible change1
    • an absolute guarantee to respect the nation's authority1
  6. something that is conceived or that exists independently and not in relation to other things; something that does not depend on anything else and is beyond human control; something that is not relative1
    • no mortal being can influence the absolute1

Wiktionary: absolute

absolute
adjective
  1. chemistry: pure; unmixed
  2. grammar: not immediately dependent on the other parts of the sentence in government
  3. rare: positive; clear
  4. capable of being thought or conceived by itself alone
  5. loosed from any other being or comparison
  6. viewed apart from modifying influences or without comparison with other objects
  7. complete in itself, fixed
  8. loosed from any conditions or limitations
absolute
adjective
  1. niet beschouwd in betrekking tot iets soortgelijks
  2. volledig, volkomen
  3. beslist, zeker
  4. geheel onafhankelijk en zonder binding met iets of iemand anders

Cross Translation:
FromToVia
absolute grenzeloos; onbegrensd illimité — Qui n’a pas de limites.
absolute absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt; zuiver; puur; in optima forma; perfect; volkomen; volmaakt parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
absolute eenvoudig; enkelvoudig; simpel; helder; louter; schoon; proper; puur; rein; zindelijk; zuiver; bloot; enkel; absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt pur — Qui est sans mélange.
absolute absoluut véritable — bon, excellent dans son genre

Verwante vertalingen van absolute



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor absolute (Nederlands) in het Engels

absoluut:

absoluut bijvoeglijk naamwoord

  1. absoluut (onvoorwaardelijk; zeker; pertinent; )
    definitely; absolutely; unconditional; indisputable; certain; absolute; certainly; undoubted; sure; positive; final
  2. absoluut (stellig; beslist; zeker; ronduit)
    certain; certainly; sure and certain; sure; undoubted; of course; positively; positive
  3. absoluut (grondig; helemaal; volkomen; totaal; in het geheel)
    thorough

Vertaal Matrix voor absoluut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
final einde; eindstrijd; finale
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolute absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
certain absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker een paar; enige; enkele; sommige; wat
final absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker achterste; beslissend; definitief; definitieve; doorslaggevend; finaal; laatste; onverandelijk; permanent; terminaal; uiteindelijk; vastgesteld; vaststaand; voorgoed
indisputable absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker onafwendbaar; onherroepelijk; onomstotelijk; onontkoombaar; ontegenzeggelijk; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
positive absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker positief
thorough absoluut; grondig; helemaal; in het geheel; totaal; volkomen degelijk; diepgaand; diepgravend; fundamenteel; gefundeerd; grondig; helemaal; ideaal; ingrijpend; niet oppervlakkig; onderbouwd; perfect; totaal; volkomen; volleerd; volmaakt; wezenlijk; zorgvuldig
unconditional absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
- beslist; volkomen; volstrekt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolutely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; enenmale; faliekant; finaal; geheid; hartstikke; helemaal; ongetwijfeld; vast en zeker; vierkant; volstrekt; zeker
certainly absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
definitely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; definitief; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; onverandelijk; permanent; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorgoed; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
of course absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
positively absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker jazeker; waarlijk; zeker
- ongetwijfeld
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolutely ja hoor; natuurlijk!
certainly ja hoor; natuurlijk!
of course ja hoor; natuurlijk!
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sure absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; ja; metterdaad; ongetwijfeld; onweerlegbaar; reëel; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; welzeker; werkelijk; zeker
sure and certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker
undoubted absoluut; beslist; onvoorwaardelijk; pertinent; ronduit; stellig; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker

Verwante woorden van "absoluut":


Synoniemen voor "absoluut":


Antoniemen van "absoluut":


Verwante definities voor "absoluut":

  1. zonder beperkingen, helemaal2
    • Tina is absoluut betrouwbaar2

Wiktionary: absoluut

absoluut
adjective
  1. niet beschouwd in betrekking tot iets soortgelijks
  2. volledig, volkomen
  3. beslist, zeker
  4. geheel onafhankelijk en zonder binding met iets of iemand anders
absoluut
adjective
  1. unquestioning or unconditional
  2. grammar: not immediately dependent on the other parts of the sentence in government
  3. rare: positive; clear
  4. chemistry: pure; unmixed
  5. capable of being thought or conceived by itself alone
  6. loosed from any other being or comparison
  7. viewed apart from modifying influences or without comparison with other objects
  8. loosed from any conditions or limitations
adverb
  1. in an absolute manner

Cross Translation:
FromToVia
absoluut absolute; stark; perfect; impeccable parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
absoluut pure; simple; straightforward; common; unpretentious; clean; untainted; mere; sole; solitary; absolute; stark pur — Qui est sans mélange.
absoluut absolute; true véritable — bon, excellent dans son genre

Verwante vertalingen van absolute