Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abroad:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor abroad:
    • in het buitenland


Engels

Uitgebreide vertaling voor abroad (Engels) in het Nederlands

abroad:

abroad [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the abroad (foreign country; foreign land)
    het buitenland; vreemd land

abroad bijvoeglijk naamwoord

  1. abroad (in foreign parts)
    buitenlands; uitlandig
  2. abroad (foreign; in foreign parts)
    buitenlands; uit een vreemd land
  3. abroad

Vertaal Matrix voor abroad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenland abroad; foreign country; foreign land
vreemd land abroad; foreign country; foreign land foreign country; foreign land
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenlands abroad; foreign; in foreign parts
uitlandig abroad; in foreign parts
- overseas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenslands abroad
- afield; overseas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit een vreemd land abroad; foreign; in foreign parts

Synoniemen voor "abroad":


Verwante definities voor "abroad":

  1. in a foreign country1
    • markets abroad1
  2. to or in a foreign country1
    • they had never travelled abroad1
  3. in a place across an ocean1
  4. far away from home or one's usual surroundings1

Wiktionary: abroad

abroad
adverb
  1. in foreign countries
abroad
noun
  1. ieder land buiten het eigene

Verwante vertalingen van abroad