Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- shampoo:
-
Wiktionary:
- shampoo → shampoo
- shampoo → shampooën, shamponeren
- shampoo → shampoo
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor shampoo (Engels) in het Nederlands
shampoo:
-
the shampoo
-
to shampoo
shamponeren; shampooën; met shampoo wassen-
met shampoo wassen werkwoord (was met shampoo, wast met shampoo, waste met shampoo, wasten met shampoo, met shampoo gewassen)
Conjugations for shampoo:
present
- shampoo
- shampoo
- shampoos
- shampoo
- shampoo
- shampoo
simple past
- shampooed
- shampooed
- shampooed
- shampooed
- shampooed
- shampooed
present perfect
- have shampooed
- have shampooed
- has shampooed
- have shampooed
- have shampooed
- have shampooed
past continuous
- was shampooing
- were shampooing
- was shampooing
- were shampooing
- were shampooing
- were shampooing
future
- shall shampoo
- will shampoo
- will shampoo
- shall shampoo
- will shampoo
- will shampoo
continuous present
- am shampooing
- are shampooing
- is shampooing
- are shampooing
- are shampooing
- are shampooing
subjunctive
- be shampooed
- be shampooed
- be shampooed
- be shampooed
- be shampooed
- be shampooed
diverse
- shampoo!
- let's shampoo!
- shampooed
- shampooing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor shampoo:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shampoo | shampoo | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met shampoo wassen | shampoo | |
shamponeren | shampoo | |
shampooën | shampoo |
Verwante woorden van "shampoo":
Synoniemen voor "shampoo":
Verwante definities voor "shampoo":
Verwante vertalingen van shampoo
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor shampoo (Nederlands) in het Engels
shampoo:
-
de shampoo
Vertaal Matrix voor shampoo:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shampoo | shampoo | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
shampoo | met shampoo wassen; shamponeren; shampooën |