Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: hospital

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: hospital

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

hospital:
- ziekenhuis; hospitaal; gasthuis
Wiktionary:
- hospital → hospitaal, gasthuis, ziekenhuis
- hospital → ziekenhuis, hospitaal

Engels

Uitgebreide vertaling voor hospital (Engels) in het Nederlands

hospital:

hospital [the ~] zelfstandig naamwoord

the hospital (infirmary)

– a health facility where patients receive treatment ¹
het ziekenhuis
– gebouw waar zieken worden onderzocht, behandeld en verpleegd ²
- ziekenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
  - hij ligt al een week in het ziekenhuis²
het hospitaal; het gasthuis
- hospitaal [het ~] zelfstandig naamwoord
- gasthuis [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hospital:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gasthuis	hospital; infirmary	accommodation; guest house; hotel; inn
hospitaal	hospital; infirmary
ziekenhuis	hospital; infirmary	medical institution
-	infirmary
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	clinic; department of a hospital

Verwante woorden van "hospital":

hospitals

Synoniemen voor "hospital":

infirmary; medical building; health facility; healthcare facility
medical institution

Verwante definities voor "hospital":

a health facility where patients receive treatment¹
a medical institution where sick or injured people are given medical or surgical care¹

Wiktionary: hospital

hospital

noun

building
- hospital → hospitaal; gasthuis; ziekenhuis

hospital

noun

instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken
- ziekenhuis → hospital

Cross Translation:

From	To	Via
• hospital	→ ziekenhuis; hospitaal	↔ Krankenhaus — Gebäude oder Gebäudekomplex, in dem Kranke behandelt oder beherbergt werden
• hospital	→ ziekenhuis	↔ hôpital — établissement hospitalier où les malades, les blesser soigner.

Verwante vertalingen van hospital