Bucket: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

bucket:
- vat; barrel; ton; fust; bak; emmer; pot; teil; kuip; grijper; schepper; aker; schepemmer; bucket
Wiktionary:
- bucket → vlammen, plenzen
- bucket → rammelkar, emmer
- bucket → doos, bak, etui, foedraal, koker, korf, pot, zak, vat, kist, fles, krat, emmer, kruik, urn, kuip, teil, tobbe, pijpenstelen regenen, regenen dat het giet

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

bucket:
- bucket

Engels

Uitgebreide vertaling voor bucket (Engels) in het Nederlands

bucket:

bucket [the ~] zelfstandig naamwoord

the bucket (barrel; vat; vessel; tub; cask; drum; pan; pail; butt; hold)
de vat; de barrel; de ton; het fust; de bak; de emmer; de pot; de teil; de kuip
- vat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- barrel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ton [de ~] zelfstandig naamwoord
- fust [het ~] zelfstandig naamwoord
- bak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- emmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- teil [de ~] zelfstandig naamwoord
- kuip [de ~] zelfstandig naamwoord
the bucket (grab; gripper; claw)
de grijper
- grijper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the bucket (scoop; ladle)
de schepper; de aker; schepemmer
- schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schepemmer [znw.] zelfstandig naamwoord
the bucket

– A virtual container that holds a particular category of items or data. ¹
bucket
- bucket

Vertaal Matrix voor bucket:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aker	bucket; ladle; scoop
bak	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	bin; cat's box; container; convict prison; correctional center; detention centre; feed box; food bowl; holder; jail; jest; joke; penitentiary; pleasantry; prison; prison camp; reservoir; tank; trough
barrel	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
emmer	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
fust	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
grijper	bucket; claw; grab; gripper
kuip	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	barrel; tub
pot	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	cash for playing; casserole; chamber pot; competition; contest; cooking-pot; dike; dyke; game; lesbian; match; play; pool; pot; saucepan; set; stakes; stew-pan; stewing-pan; stewpan; wee-wee
schepemmer	bucket; ladle; scoop
schepper	bucket; ladle; scoop	God; Lord; architect; artist; author; creator; maker; originator; producer
teil	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
ton	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
vat	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
-	bucketful; pail
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bucket	bucket
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	pail

Verwante woorden van "bucket":

buckets

Synoniemen voor "bucket":

pail; vessel
bucketful; containerful
put; set; place; pose; position; lay
transport; carry

Verwante definities voor "bucket":

a roughly cylindrical vessel that is open at the top²
the quantity contained in a bucket²
carry in a bucket²
put into a bucket²
A virtual container that holds a particular category of items or data.¹

Wiktionary: bucket

bucket

verb

travel very quickly
- bucket → vlammen
rain heavily
- bucket → plenzen

noun

old car
- bucket → rammelkar
amount held in this container
- bucket → emmer
container
- bucket → emmer

Cross Translation:

From	To	Via
• bucket	→ doos; bak; etui; foedraal; koker; korf; pot; zak; vat; kist; fles; krat; emmer; kruik; urn; kuip; teil; tobbe	↔ baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
• bucket	→ pijpenstelen regenen; regenen dat het giet	↔ pleuvoir à verse — Pleuvoir très fort
• bucket	→ emmer	↔ seau — Récipient cylindrique

Verwante vertalingen van bucket

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bucket (Nederlands) in het Engels

bucket:

bucket

bucket
the bucket
– A virtual container that holds a particular category of items or data. ¹
- bucket [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bucket:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bucket	bucket	aker; bak; barrel; emmer; fust; grijper; kuip; pot; schepemmer; schepper; teil; ton; vat

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: bucket

Uitgebreide vertaling voor bucket (Engels) in het Nederlands

bucket:

bucket [the ~] zelfstandig naamwoord

the bucket (barrel; vat; vessel; tub; cask; drum; pan; pail; butt; hold)

the bucket (grab; gripper; claw)

the bucket (scoop; ladle)

the bucket

Vertaal Matrix voor bucket:

Verwante woorden van "bucket":

Synoniemen voor "bucket":

Verwante definities voor "bucket":

Wiktionary: bucket

Verwante vertalingen van bucket

Uitgebreide vertaling voor bucket (Nederlands) in het Engels

bucket:

bucket

bucket

Vertaal Matrix voor bucket: