Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: noise

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: noise

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. noise:
  2. Noise:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Noise:

Engels

Uitgebreide vertaling voor noise (Engels) in het Nederlands

noise:

noise [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the noise (sound; fuss)
    – sound of any kind (especially unintelligible or dissonant sound) 1
    het geluid
    – wat je kunt horen 2
    • geluid [het ~] zelfstandig naamwoord
      • plotseling klonk er een geluid in het stille bos2
    het rumoer
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the noise (hullabaloo; tumultuousness; racket; )
    het kabaal; het lawaai; het rumoer; het spektakel; de herrie; het leven
    • kabaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lawaai [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spektakel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • herrie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • leven [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the noise (uproar; din)
    het lawaai; het tumult; de herrie
    • lawaai [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tumult [het ~] zelfstandig naamwoord
    • herrie [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. the noise (tumult; tumultuousness; pandemonium; )
    het pandemonium; de opschudding; de heksenketel; de beroering; het leven; de drukte; het lawaai; het rumoer; het geraas; het tumult; de heibel
    • pandemonium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opschudding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • heksenketel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • beroering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • leven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • drukte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lawaai [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geraas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tumult [het ~] zelfstandig naamwoord
    • heibel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the noise (rumour; roar; hubbub; )
    het rumoer; het gedruis; het tumult
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tumult [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. the noise
    het lawaai
    • lawaai [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor noise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beroering bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar agitation; commotion; trouble; turbulence; turmoil; unrest
drukte bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar ballyhoo; bustle; commotion; crowd; din; flow; fuss; hubbub; hustle; hustle and bustle; influx; liveliness; pressure of activities; rush; squash; stampede; vivacity
gedruis din; hubbub; hum; movement; noise; roar; rumor; rumour
geluid fuss; noise; sound
geraas bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar howling; howling of the wind; roaring
heibel bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
heksenketel bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar chaos; confusion; disorder; maze; mess; mix-up; muddle; tangle; trouble; welter
herrie clamor; clamour; din; hubbub; hullabaloo; noise; racket; tumult; tumultuousness; uproar
kabaal clamor; clamour; hubbub; hullabaloo; noise; racket; tumult; tumultuousness
lawaai bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
leven bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar being; existence; life; path of life
opschudding bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar commotion; sensation; shake up; upheaval
pandemonium bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; noise; pandemonium; racket; tumult; tumultuousness; uproar
rumoer bedlam; clamor; clamour; commotion; din; fuss; hubbub; hullabaloo; hum; movement; noise; pandemonium; racket; roar; rumor; rumour; sound; tumult; tumultuousness; uproar fuss
spektakel clamor; clamour; hubbub; hullabaloo; noise; racket; tumult; tumultuousness spectacle
tumult bedlam; clamor; clamour; commotion; din; hubbub; hullabaloo; hum; movement; noise; pandemonium; racket; roar; rumor; rumour; tumult; tumultuousness; uproar
- dissonance; disturbance; haphazardness; interference; racket; randomness; stochasticity
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leven be established; exist; have one's seat; live; lodge; operate; proceed; reside; stay; work
- make noise; resound
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- din

Verwante woorden van "noise":


Synoniemen voor "noise":


Verwante definities voor "noise":

  1. the quality of lacking any predictable order or plan1
  2. incomprehensibility resulting from irrelevant information or meaningless facts or remarks1
    • all the noise in his speech concealed the fact that he didn't have anything to say1
  3. the auditory experience of sound that lacks musical quality; sound that is a disagreeable auditory experience1
    • modern music is just noise to me1
  4. a loud outcry of protest or complaint1
    • the announcement of the election recount caused a lot of noise1
    • whatever it was he didn't like it and he was going to let them know by making as loud a noise as he could1
  5. sound of any kind (especially unintelligible or dissonant sound)1
    • he enjoyed the street noises1
    • they heard indistinct noises of people talking1
    • during the firework display that ended the gala the noise reached 98 decibels1
  6. electrical or acoustic activity that can disturb communication1
  7. emit a noise1

Wiktionary: noise

noise
noun
  1. sound or signal generated by random fluctuations
  2. technical: unwanted part of a signal
  3. various sounds, usually unwanted
noise
noun
  1. veel en onaangenaam geluid
  2. luid en storend geluid
  3. een structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
Cross Translation:
FromToVia
• noise → lawaai ↔ bruit — Manifestation sonore déplaisante

Noise:

Noise [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Noise
    – One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. ID3v1 genre ID # 39. 3
    Noise

Vertaal Matrix voor Noise:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Noise Noise

Verwante definities voor "Noise":

  1. One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. ID3v1 genre ID # 39.3

Verwante vertalingen van noise



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor noise (Nederlands) in het Engels

Noise:

Noise

  1. Noise
    the Noise
    – One of the music genres that appears under Genre classification in Windows Media Player library. Based on ID3 standard tagging format for MP3 audio files. ID3v1 genre ID # 39. 3
    • Noise [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Noise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Noise Noise







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1231 seconde
Page rendered in 1.0 seconds