Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: egress

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: egress

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

egress:
- uitgang
Wiktionary:
- egress → afrit, uitgang, uitweg, exodus, uittocht, besteding, vertering, uitgaaf

Engels

Uitgebreide vertaling voor egress (Engels) in het Nederlands

egress:

egress [the ~] zelfstandig naamwoord

the egress (egression; emergence)

– the act of coming (or going) out; becoming apparent ¹
de uitgang
- uitgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor egress:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitgang	egress; egression; emergence	exit; way out
-	emergence; emersion; issue
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	come forth; come out; emerge; go forth; issue

Synoniemen voor "egress":

emersion; reappearance
emergence; issue; beginning
egression; deed; feat; effort; exploit
issue; emerge; come out; come forth; go forth

Antoniemen van "egress":

immersion; ingress

Verwante definities voor "egress":

the act of coming (or going) out; becoming apparent¹
the becoming visible¹
(astronomy) the reappearance of a celestial body after an eclipse¹
come out of¹

Wiktionary: egress

Cross Translation:

From	To	Via
• egress	→ afrit; uitgang; uitweg	↔ issue — sortie, lieu par où l’on sortir.
• egress	→ exodus; uittocht; besteding; vertering; uitgaaf; afrit; uitgang; uitweg	↔ sortie — action de sortir.

Verwante vertalingen van egress

house with free ingress and egress

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University