Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
swell:
- fantastisch; supergaaf; super
- uitstekend; groots; geweldig; fantastisch; schitterend; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend; gelikt; piekfijn; picobello; tiptop
- uitbreiden; expanderen; verruimen; vermeerderen; verwijden; uitbouwen; verbreiden; uitdijen; openen; opzwellen; dik worden; uitzwellen
- heuvel; bult; zeegang; wiegeling; deining; schommeling; op en neer bewegen; banjer
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor swell (Engels) in het Nederlands
swell:
-
swell (super)
-
swell (grandiose; grand)
uitstekend; groots; geweldig; fantastisch; schitterend; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend-
uitstekend bijvoeglijk naamwoord
-
groots bijvoeglijk naamwoord
-
geweldig bijvoeglijk naamwoord
-
fantastisch bijvoeglijk naamwoord
-
schitterend bijvoeglijk naamwoord
-
voortreffelijk bijvoeglijk naamwoord
-
magnifiek bijvoeglijk naamwoord
-
grandioos bijvoeglijk naamwoord
-
uitnemend bijvoeglijk naamwoord
-
-
swell (natty; spick and span; top-notch; tip-top; smart; slick; posh; first-class; first-rate)
-
to swell (expand; extend; build out; widen; add on to; add)
uitbreiden; expanderen; verruimen; vermeerderen; verwijden; uitbouwen; verbreiden; uitdijen; openen-
expanderen werkwoord
-
to swell (expand)
-
to swell (expand; grow)
Conjugations for swell:
present
- swell
- swell
- swells
- swell
- swell
- swell
simple past
- swelled
- swelled
- swelled
- swelled
- swelled
- swelled
present perfect
- have swelled
- have swelled
- has swelled
- have swelled
- have swelled
- have swelled
past continuous
- was swelling
- were swelling
- was swelling
- were swelling
- were swelling
- were swelling
future
- shall swell
- will swell
- will swell
- shall swell
- will swell
- will swell
continuous present
- am swelling
- are swelling
- is swelling
- are swelling
- are swelling
- are swelling
subjunctive
- be swelled
- be swelled
- be swelled
- be swelled
- be swelled
- be swelled
diverse
- swell!
- let's swell!
- swelled
- swelling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor swell:
Verwante woorden van "swell":
Synoniemen voor "swell":
Verwante definities voor "swell":
Wiktionary: swell
swell
Cross Translation:
verb
swell
-
intransitive: to become bigger, especially due to being engorged
- swell → zwellen; opzwellen; aanzwellen
-
series of waves
- swell → deining
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• swell | → zeegang | ↔ Seegang — durch Wind erzeugte, unruhige, wellige Wasseroberfläche auf dem Meer |
• swell | → opblazen; doen zwellen | ↔ gonfler — Augmenter de volume, faire saillir. |
• swell | → vol zijn | ↔ gonfler — Remplir le cœur. |
• swell | → opzetten; rijzen; uitdijen; zwellen | ↔ gonfler — Enfler. |