Compromise: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

compromise:
- compromitteren; schipperen; laveren; een compromis sluiten; een akkoord sluiten; een vergelijk treffen
- tussenvoorstel
Wiktionary:
- compromise → compromitteren
- compromise → compromis
- compromise → compromis, in opspraak brengen, compromitteren, blameren, begaan, plegen, middenweg, tussenvoorstel, vergelijk, toegeven, tot een vergelijk komen

Engels

Uitgebreide vertaling voor compromise (Engels) in het Nederlands

compromise:

to compromise werkwoord (compromises, compromised, compromising)

to compromise
compromitteren
- compromitteren werkwoord (compromitteer, compromitteert, compromitteerde, compromitteerden, gecompromitteerd)
to compromise
schipperen; laveren
- schipperen werkwoord (schipper, schippert, schipperde, schipperden, geschipperd)
- laveren werkwoord (laveer, laveert, laveerde, laveerden, gelaveerd)
to compromise (come to an agreement)
een compromis sluiten; een akkoord sluiten; een vergelijk treffen
- een compromis sluiten werkwoord
- een akkoord sluiten werkwoord
- een vergelijk treffen werkwoord

Conjugations for compromise:

present

compromise
compromise
compromises
compromise
compromise
compromise

simple past

compromised
compromised
compromised
compromised
compromised
compromised

present perfect

have compromised
have compromised
has compromised
have compromised
have compromised
have compromised

past continuous

was compromising
were compromising
was compromising
were compromising
were compromising
were compromising

future

shall compromise
will compromise
will compromise
shall compromise
will compromise
will compromise

continuous present

am compromising
are compromising
is compromising
are compromising
are compromising
are compromising

subjunctive

be compromised
be compromised
be compromised
be compromised
be compromised
be compromised

diverse

compromise!
let's compromise!
compromised
compromising

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

compromise [the ~] zelfstandig naamwoord

the compromise (suspensive proposal; suspensory proposal)
het tussenvoorstel
- tussenvoorstel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor compromise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
laveren		navigating
tussenvoorstel	compromise; suspensive proposal; suspensory proposal
-	via media
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
compromitteren	compromise
een akkoord sluiten	come to an agreement; compromise
een compromis sluiten	come to an agreement; compromise
een vergelijk treffen	come to an agreement; compromise	make arrangements to; take steps to
laveren	compromise	beat against the wind; navigate; sail against the wind; tack
schipperen	compromise
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bargain; come to terms; conciliation

Verwante woorden van "compromise":

compromising, compromises

Synoniemen voor "compromise":

via media; cooperation
accommodation
agree
settle; square off; square up; determine
queer; expose; scupper; endanger; peril

Verwante definities voor "compromise":

a middle way between two extremes¹
an accommodation in which both sides make concessions¹
- the newly elected congressmen rejected a compromise because they considered it `business as usual'¹
settle by concession¹
make a compromise; arrive at a compromise¹
- nobody will get everything he wants; we all must compromise¹
expose or make liable to danger, suspicion, or disrepute¹
- The nuclear secrets of the state were compromised by the spy¹

Wiktionary: compromise

compromise

verb

to cause impairment of
- compromise → compromitteren

noun

settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions
- compromise → compromis

compromise

noun

overeenkomst waarbij de betrokken partijen concessies doen om tot een voor allen aanvaardbare oplossing te komen
- compromis → compromise

Cross Translation:

From	To	Via
• compromise	→ compromis	↔ Kompromiss — Vereinbarung, bei der alle Beteiligten einige Aspekte ihrer Vorstellungen aufgegeben haben, um zu einer Entscheidung zu kommen
• compromise	→ in opspraak brengen; compromitteren; blameren	↔ kompromittieren — (transitiv) jemanden bloßstellen; in Verlegenheit bringen
• compromise	→ begaan; plegen	↔ commettre — Faire tel ou tel acte blâmable.
• compromise	→ compromis; middenweg; tussenvoorstel; vergelijk	↔ compromis — droit\|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter.
• compromise	→ toegeven; tot een vergelijk komen	↔ transiger — accommoder un différend, un procès en faisant de part et d’autre des concessions sur ce qui est en litige.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van compromise

Remove Ads

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: compromise

Uitgebreide vertaling voor compromise (Engels) in het Nederlands

compromise:

to compromise werkwoord (compromises, compromised, compromising)

to compromise

to compromise

to compromise (come to an agreement)

Conjugations for compromise:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

compromise [the ~] zelfstandig naamwoord

the compromise (suspensive proposal; suspensory proposal)

Vertaal Matrix voor compromise:

Verwante woorden van "compromise":

Synoniemen voor "compromise":

Verwante definities voor "compromise":

Wiktionary: compromise

Verwante vertalingen van compromise