Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- coming:
- come:
-
Wiktionary:
- coming → later, binnengaan, entree, intrede, toegang, aanval, offensief, vlaag, attaque, heenweg, komend, aankomend, aanstaand, volgend, spoedig, volg-
- come → komen, klaarkomen
- come → afstammen, het gevolg zijn van, ontspruiten, voortkomen, komen
-
Gebruikers suggesties voor coming:
- komende
Engels
Uitgebreide vertaling voor coming (Engels) in het Nederlands
coming:
-
the coming (arriving; arrival)
-
the coming (arrival)
-
the coming (on the way; at hand)
-
coming (next)
-
coming (prospective; future; intended; next; would-be; will-be; meant)
toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand-
toekomstig bijvoeglijk naamwoord
-
aankomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomstige bijvoeglijk naamwoord
-
aanstaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
coming (subsequent; following; next)
Vertaal Matrix voor coming:
Verwante woorden van "coming":
Synoniemen voor "coming":
Verwante definities voor "coming":
Wiktionary: coming
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• coming | → later | ↔ nachmalig — schriftsprachlich, veraltend: baldig nach einer nicht genau bestimmbaren Zeit beginnend, eintretend, sich ereignend, erfolgend, geschehend |
• coming | → binnengaan; entree; intrede; toegang; aanval; offensief; vlaag; attaque; heenweg | ↔ accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel. |
• coming | → komend; aankomend; aanstaand; volgend; spoedig | ↔ prochain — Voisin, suivant. |
• coming | → aanstaand; volgend; volg- | ↔ suivant — Qui est après, qui vient après. |
coming vorm van come:
Conjugations for come:
present
- come
- come
- comes
- come
- come
- come
simple past
- came
- came
- came
- came
- came
- came
present perfect
- have come
- have come
- has come
- have come
- have come
- have come
past continuous
- was coming
- were coming
- was coming
- were coming
- were coming
- were coming
future
- shall come
- will come
- will come
- shall come
- will come
- will come
continuous present
- am coming
- are coming
- is coming
- are coming
- are coming
- are coming
subjunctive
- be come
- be come
- be come
- be come
- be come
- be come
diverse
- come!
- let's come!
- come
- coming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor come:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
komen | arrival; arriving; coming | |
- | cum; ejaculate; seed; semen; seminal fluid | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eindigen op | arrive at; come; end up | |
ejaculeren | come; ejaculate | ejaculate |
klaarkomen | come; ejaculate | |
komen | come; come up | |
uitkomen op | arrive at; come; end up | |
- | add up; amount; arrive; come in; derive; descend; do; fall; fare; follow; get; get along; hail; issue forth; make out; number; occur; total | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | amount; issue; proceed |
Verwante woorden van "come":
Synoniemen voor "come":
Antoniemen van "come":
Verwante definities voor "come":
Wiktionary: come
come
Cross Translation:
verb
come
-
to have a relative position in a sequence
- come → komen
-
to orgasm
- come → klaarkomen
-
to move from further away to nearer to
- come → komen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• come | → afstammen; het gevolg zijn van; ontspruiten; voortkomen | ↔ provenir — procéder, venir, dériver, résulter. |
• come | → komen | ↔ venir — Traductions de venir |