Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- agreeable:
- agree:
-
Wiktionary:
- agreeable → plezierig
- agreeable → coulant, goedig, handelbaar, toegevend, inschikkelijk, meegaand, toegeeflijk, toegevelijk, aangenaam, behaaglijk, genoeglijk, heerlijk, plezierig, prettig
- agree → instemmen
- agree → billijken, goedkeuren, toestemming geven, overeenkomen, afspreken, goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen, binnenlaten, toelaten, accepteren, aannemen, ontvangen, congruent zijn, elkaar dekken, rijmen, zich aanpassen, overeenstemmen, corresponderen, samenvallen
Engels
Uitgebreide vertaling voor agreeable (Engels) in het Nederlands
agreeable:
-
agreeable (pleasant; enjoyable; nice)
-
agreeable (great; pleasant; good-natured; fine; genial)
-
agreeable (pleasant; comfortable; cosy; pleasing; cozy)
-
agreeable (comfortable; pleasant; cosy; snug; pleasurable; cozy)
aangenaam; behaaglijk; knus-
aangenaam bijvoeglijk naamwoord
-
behaaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
knus bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor agreeable:
Verwante woorden van "agreeable":
Synoniemen voor "agreeable":
Antoniemen van "agreeable":
Verwante definities voor "agreeable":
Wiktionary: agreeable
agreeable
Cross Translation:
adjective
-
een positief gevoel oproepend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agreeable | → coulant; goedig; handelbaar; toegevend; inschikkelijk; meegaand; toegeeflijk; toegevelijk | ↔ accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout. |
• agreeable | → aangenaam; behaaglijk; genoeglijk; heerlijk; plezierig; prettig | ↔ agréable — Qui procure un sentiment de légère gaieté, de bonheur ou encore de bien-être. |
agreeable vorm van agree:
-
to agree (come to an agreement)
-
to agree (concur)
overeenkomen; overeenstemmen; eens worden-
overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
to agree (allow; permit; accept)
-
to agree (approve; back up)
-
to agree (correspond to; match)
overeenstemmen; congruent zijn; kloppen-
overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
congruent zijn werkwoord (ben congruent, bent congruent, is congruent, was congruent, waren congruemt, congruent geweest)
-
-
to agree (nod; shake one's head)
-
to agree (back up; approve; support; shore)
Conjugations for agree:
present
- agree
- agree
- agrees
- agree
- agree
- agree
simple past
- agreed
- agreed
- agreed
- agreed
- agreed
- agreed
present perfect
- have agreed
- have agreed
- has agreed
- have agreed
- have agreed
- have agreed
past continuous
- was agreeing
- were agreeing
- was agreeing
- were agreeing
- were agreeing
- were agreeing
future
- shall agree
- will agree
- will agree
- shall agree
- will agree
- will agree
continuous present
- am agreeing
- are agreeing
- is agreeing
- are agreeing
- are agreeing
- are agreeing
subjunctive
- be agreed
- be agreed
- be agreed
- be agreed
- be agreed
- be agreed
diverse
- agree!
- let's agree!
- agreed
- agreeing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor agree:
Verwante woorden van "agree":
Synoniemen voor "agree":
Antoniemen van "agree":
Verwante definities voor "agree":
Wiktionary: agree
agree
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agree | → billijken; goedkeuren; toestemming geven | ↔ billigen — (transitiv) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen |
• agree | → overeenkomen; afspreken | ↔ vereinbaren — eine Abmachung treffen |
• agree | → goedvinden; het eens zijn; toegeven; toestemmen; binnenlaten; toelaten; accepteren; aannemen; ontvangen | ↔ admettre — recevoir par choix, faveur ou condescendance. |
• agree | → congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen | ↔ concorder — Être en concordance. |
• agree | → overeenstemmen; overeenkomen; corresponderen; congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen | ↔ correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose. |
• agree | → congruent zijn; elkaar dekken; samenvallen | ↔ coïncider — géométrie|fr S’ajuster l’un sur l’autre dans toutes les parties, parler de lignes, de surfaces. |