Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- word:
-
Wiktionary:
- word → woord, erewoord
- word → verwoorden, onder woorden brengen
- word → woord, formuleren, onder woorden brengen, verwoorden, inkleden, vervatten, spraak, spreken, parool, opmaken, opstellen, redigeren, stellen, stileren
- Word → spraak, spreken, woord, parool
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
Engels
Uitgebreide vertaling voor word (Engels) in het Nederlands
word:
-
to word (formulate; phrase; put into words)
-
to word (phrase; formulate; put into words)
Conjugations for word:
present
- word
- word
- words
- word
- word
- word
simple past
- worded
- worded
- worded
- worded
- worded
- worded
present perfect
- have worded
- have worded
- has worded
- have worded
- have worded
- have worded
past continuous
- was wording
- were wording
- was wording
- were wording
- were wording
- were wording
future
- shall word
- will word
- will word
- shall word
- will word
- will word
continuous present
- am wording
- are wording
- is wording
- are wording
- are wording
- are wording
subjunctive
- be worded
- be worded
- be worded
- be worded
- be worded
- be worded
diverse
- word!
- let's word!
- worded
- wording
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the word
– a unit of language that native speakers can identify 1 -
the word
– The native unit of storage on a particular machine. A word is the largest amount of data that can be handled by the microprocessor in one operation and also, as a rule, is the width of the main data bus. Word sizes of 16 bits and 32 bits are the most common. 2
Vertaal Matrix voor word:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
woord | word | speech |
- | countersign; discussion; give-and-take; intelligence; news; parole; password; tidings; watchword; word of honor | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
formuleren | formulate; phrase; put into words; word | express; phrase; put into words; verbalise; verbalize; voice |
in een formule brengen | formulate; phrase; put into words; word | |
inkleden | formulate; phrase; put into words; word | |
- | articulate; formulate; give voice; phrase | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
woord | word | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | vocable |
Verwante woorden van "word":
Synoniemen voor "word":
Verwante definities voor "word":
Wiktionary: word
word
Cross Translation:
noun
verb
-
say or write using particular words
- word → verwoorden; onder woorden brengen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• word | → woord | ↔ Wort — Linguistik: kleinste, eine selbstständige Bedeutung tragende Einheit der Sprache, eine grammatische Einheit |
• word | → formuleren; onder woorden brengen; verwoorden; inkleden; vervatten | ↔ formuler — mettre en formule. |
• word | → woord | ↔ mot — Succession de sons ou de signes ayant un sens propre, et isolé par deux blancs ou une pause |
• word | → spraak; spreken; woord; parool | ↔ parole — faculté naturelle de parler. |
• word | → opmaken; opstellen; redigeren; stellen; stileren | ↔ rédiger — mettre par écrit, en bon ordre, dans un style clair et convenable, des lois, des règlements, des décisions, des résolutions prises dans une assemblée, ou les matériaux d’un ouvrage, ou les idées fournir en commun pour quelque écrire |
Word:
Vertaal Matrix voor Word:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Bible; Book; Christian Bible; Good Book; Holy Scripture; Holy Writ; Logos; Scripture; Son; Word of God |
Verwante definities voor "Word":
Verwante vertalingen van word
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor word (Nederlands) in het Engels
worden:
-
worden
Conjugations for worden:
o.t.t.
- word
- wordt
- wordt
- worden
- worden
- worden
o.v.t.
- werd
- werd
- werd
- werden
- werden
- werden
v.t.t.
- ben geworden
- bent geworden
- is geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
v.v.t.
- was geworden
- was geworden
- was geworden
- waren geworden
- waren geworden
- waren geworden
o.t.t.t.
- zal worden
- zult worden
- zal worden
- zullen worden
- zullen worden
- zullen worden
o.v.t.t.
- zou worden
- zou worden
- zou worden
- zouden worden
- zouden worden
- zouden worden
diversen
- word!
- wordt!
- geworden
- wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor worden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
become | worden | betamen; flatteren; goed staan; passen; staan |
Verwante definities voor "worden":
Wiktionary: worden
worden
worden
Cross Translation:
verb
-
become
-
to become dark(er) in colour
-
to become darker (less bright)
-
solidify
-
to suffer from cold
-
to begin to be
-
used to form the passive voice
-
become less severe, soften in temper
- relent → milder; worden; milderen; verzachten
-
become less rigid, yield
-
become smooth
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• worden | → get; become; will; turn | ↔ werden — sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv) |
• worden | → get | ↔ werden — zu etwas gemacht werden |
• worden | → become; beautiful | ↔ abeausir — (vieilli) Se mettre au beau. |
• worden | → become; get; grow; arise | ↔ devenir — commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre. |
• worden | → born | ↔ naitre — commencer à vivre |
• worden | → born | ↔ naître — commencer à vivre ; venir au monde. |