Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. saliva:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor saliva (Engels) in het Nederlands

saliva:

saliva [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the saliva (spit; spittle)
    het speeksel; spog; de kwijl; het spuug
    • speeksel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spog [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kwijl [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spuug [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saliva:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwijl saliva; spit; spittle slobber
speeksel saliva; spit; spittle
spog saliva; spit; spittle
spuug saliva; spit; spittle
- spit; spittle

Synoniemen voor "saliva":


Verwante definities voor "saliva":

  1. a clear liquid secreted into the mouth by the salivary glands and mucous glands of the mouth; moistens the mouth and starts the digestion of starches1

Wiktionary: saliva

saliva
noun
  1. liquid secreted into the mouth
saliva
noun
  1. vocht dat in de mond vloeit uit de speekselklieren

Cross Translation:
FromToVia
saliva kwijl; speeksel; zever bavesalive épaisse et visqueux qui découler de la bouche.
saliva kwijl; speeksel; zever salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments.

Verwante vertalingen van saliva