Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- gap:
- GAP:
- Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- GAP:
-
gappen:
- steal; snitch; nick; pinch; pilfer; swipe; expropriate; rob; purloin; take; take away; snatch; make off with; filch; cadge; collar; go thieving; wheedle; cuddle; coax; obtain by begging; cajole; snatch away; snatch off
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor gap (Engels) in het Nederlands
gap:
-
the gap (cleft; cavity; interstice; cut-away; opening; hole; crevice; gash; fissure; cranny; saving)
-
the gap (slot; groove; trench; fissure; notch; cleft; split)
-
the gap (hiatus; lacuna; blank)
-
the gap (flaw)
-
the gap (interim; interval)
-
the gap (blank; lacuna; hiatus; void)
-
the gap (break; interruption; disruption)
– an act of delaying or interrupting the continuity 1de onderbreking
Vertaal Matrix voor gap:
Verwante woorden van "gap":
Synoniemen voor "gap":
Verwante definities voor "gap":
Wiktionary: gap
gap
Cross Translation:
noun
-
een lager
-
een tekort of ontbrekend deel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gap | → leemte; opening; hiaat; lacune | ↔ Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte |
• gap | → bres; gaping; opening | ↔ brèche — Traductions à trier suivant le sens |
• gap | → afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement | ↔ insuffisance — état de ce qui est insuffisant. |
• gap | → afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement | ↔ manque — absence, défaut, fait de manquer. |
• gap | → ontbering; afwezigheid; euvel; gebrek; tekortkoming; gemis; tekort; manco; mankement | ↔ privation — perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir. |
GAP:
-
the GAP (Granular Audit Policy)
– A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log. 2
Vertaal Matrix voor GAP:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
GAP | GAP; Granular Audit Policy | |
Gedetailleerd controlebeleid (GAP) | GAP; Granular Audit Policy |
Verwante definities voor "GAP":
Verwante vertalingen van gap
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gap (Nederlands) in het Engels
GAP:
-
GAP (Gedetailleerd controlebeleid (GAP))
the Granular Audit Policy; the GAP– A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log. 2
Vertaal Matrix voor GAP:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
GAP | GAP; Gedetailleerd controlebeleid (GAP) | |
Granular Audit Policy | GAP; Gedetailleerd controlebeleid (GAP) |
gap vorm van gappen:
-
gappen (ontvreemden; stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; wegpikken; inpikken; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken)
-
gappen (stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; afnemen; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
-
gappen (inpikken; pikken; ontfutselen; aftroggelen; bietsen; grissen; afpakken)
-
gappen (stelen; pikken; verduisteren; wegpikken; jatten; ontvreemden; verdonkeremanen; vervreemden; inpikken; wegkapen; achterhouden; achteroverdrukken; wegfutselen)
-
gappen (snaaien; stelen; wegpikken; weggraaien)
Conjugations for gappen:
o.t.t.
- gap
- gapt
- gapt
- gappen
- gappen
- gappen
o.v.t.
- gapte
- gapte
- gapte
- gapten
- gapten
- gapten
v.t.t.
- heb gegapt
- hebt gegapt
- heeft gegapt
- hebben gegapt
- hebben gegapt
- hebben gegapt
v.v.t.
- had gegapt
- had gegapt
- had gegapt
- hadden gegapt
- hadden gegapt
- hadden gegapt
o.t.t.t.
- zal gappen
- zult gappen
- zal gappen
- zullen gappen
- zullen gappen
- zullen gappen
o.v.t.t.
- zou gappen
- zou gappen
- zou gappen
- zouden gappen
- zouden gappen
- zouden gappen
en verder
- is gegapt
- zijn gegapt
diversen
- gap!
- gapt!
- gegapt
- gappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gappen:
Wiktionary: gappen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gappen | → steal; abstract; nick; purloin; peel; shell; skin; deprive; deprive … of; despoil; clear; starve; strip; bare; discover; uncover; detect; expose | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• gappen | → rob; abstract | ↔ dérober — Enlever, voler en cachette. (Sens général). |