Engels

Uitgebreide vertaling voor classify (Engels) in het Nederlands

classify:

to classify werkwoord (classifies, classified, classifying)

  1. to classify (group)
    ordenen; indelen; groeperen; arrangeren; systematiseren
    • ordenen werkwoord (orden, ordent, ordende, ordenden, geordend)
    • indelen werkwoord (deel in, deelt in, deelde in, deelden in, ingedeeld)
    • groeperen werkwoord (groepeer, groepeert, groepeerde, groepeerden, gegroepeerd)
    • arrangeren werkwoord (arrangeer, arrangeert, arrangeerde, arrangeerden, gearrangeerd)
    • systematiseren werkwoord (systematiseer, systematiseert, systematiseerde, systematiseerden, gesystematiseerd)
  2. to classify (rank; order; group; class)
    rangschikken; classificeren
    • rangschikken werkwoord (rangschik, rangschikt, rangschikte, rangschikten, gerangschikt)
    • classificeren werkwoord (clasificeer, clasificeert, clasificeerde, clasificeerden, geclassificeerd)
  3. to classify
    klasseren
    • klasseren werkwoord (klasseer, klasseert, klasseerde, klasseerden, geklasseerd)
  4. to classify
    indelen bij
    • indelen bij werkwoord (deel in bij, deelt in bij, deelde in bij, deelden in bij, ingedeeld bij)
  5. to classify (class)
    rubriceren
    • rubriceren werkwoord (rubriceer, rubriceert, rubriceerde, rubriceerden, gerubriceerd)
  6. to classify (systematize; card-index; systematise)
    ficheren
    • ficheren werkwoord (ficheer, ficheert, ficheerde, ficheerden, geficheerd)

Conjugations for classify:

present
  1. classify
  2. classify
  3. classifies
  4. classify
  5. classify
  6. classify
simple past
  1. classified
  2. classified
  3. classified
  4. classified
  5. classified
  6. classified
present perfect
  1. have classified
  2. have classified
  3. has classified
  4. have classified
  5. have classified
  6. have classified
past continuous
  1. was classifying
  2. were classifying
  3. was classifying
  4. were classifying
  5. were classifying
  6. were classifying
future
  1. shall classify
  2. will classify
  3. will classify
  4. shall classify
  5. will classify
  6. will classify
continuous present
  1. am classifying
  2. are classifying
  3. is classifying
  4. are classifying
  5. are classifying
  6. are classifying
subjunctive
  1. be classified
  2. be classified
  3. be classified
  4. be classified
  5. be classified
  6. be classified
diverse
  1. classify!
  2. let's classify!
  3. classified
  4. classifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor classify:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordenen arrangement; ordening
rangschikken classification; classifying
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrangeren classify; group arrange; orchestrate
classificeren class; classify; group; order; rank
ficheren card-index; classify; systematise; systematize
groeperen classify; group combine; group
indelen classify; group
indelen bij classify
klasseren classify
ordenen classify; group arrange; assort; catalogue; group; list all the points; order; organise; organize; select; shunt; sift; sort out
rangschikken class; classify; group; order; rank arrange; order; prioritize; put in order; range; rank
rubriceren class; classify
systematiseren classify; group
- assort; class; relegate; separate; sort; sort out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- class

Verwante woorden van "classify":


Synoniemen voor "classify":


Antoniemen van "classify":

  • declassify

Verwante definities voor "classify":

  1. arrange or order by classes or categories1
    • How would you classify these pottery shards--are they prehistoric?1
  2. assign to a class or kind1
    • How should algae be classified?1
  3. declare unavailable, as for security reasons1

Wiktionary: classify

classify
verb
  1. to identify or divide into classes
classify
verb
  1. (overgankelijk) in klassen rangschikken
  2. een bepaalde volgorde in iets aanbrengen