Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- casual:
-
Wiktionary:
- casual → nonchalant
- casual → toevallig, lauw, onverschillig
Engels
Uitgebreide vertaling voor casual (Engels) in het Nederlands
casual:
-
casual (informal)
informeel; vrijblijvend; voorlopig-
informeel bijvoeglijk naamwoord
-
vrijblijvend bijvoeglijk naamwoord
-
voorlopig bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual (playful; light-hearted)
speels; luchthartig; losjes; luchtig-
speels bijvoeglijk naamwoord
-
luchthartig bijvoeglijk naamwoord
-
losjes bijwoord
-
luchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual (loosely; casually; passing; in passing)
losjes; terloops; in het voorbijgaan-
losjes bijwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
in het voorbijgaan bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; current; empty; null; short; informal; cursory)
vergankelijk; voorbijgaand; eindig-
vergankelijk bijvoeglijk naamwoord
-
voorbijgaand bijvoeglijk naamwoord
-
eindig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor casual:
Verwante woorden van "casual":
Synoniemen voor "casual":
Verwante definities voor "casual":
Wiktionary: casual
casual
Cross Translation:
adjective
-
achteloos, onbekommerd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• casual | → toevallig | ↔ zufällig — unvorhersehbar und ohne Absicht geschehend, durch Zufall |
• casual | → lauw; onverschillig | ↔ indifférent — Qui ne présente en soi aucune cause de détermination, aucun motif de préférence. |